Hoofdstuk 7 Flashcards

1
Q

persecutory alter

A

achtervolgingswaanzin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

tactiele hallucinatie

A

iemand voelt iets op zijn huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

somatische hallucinatie

A

iemand voelt iets in zijn lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

loosening of association of derailment

A

van de hak op de tak springen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

neologims

A

nieuwe woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

clangs

A

zinnen van woorden die geen inhoudelijk verband hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

catatonic excitement

A

plotseling heel moeilijk te kalmeren, wild gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

affective flattening

A

weinig tot geen emotie tonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

alogie

A

vermindering spraakvermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

alogie

A

vermindering spraakvermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

avolitie

A

onmogelijkheid om normale dagelijkse activiteiten te volbrengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

anhedonia

A

slechte sociale vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

dementia praecox

A

1e naam schizofrenie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

prodromale symptomen

A

fase voor schizofrenie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

residuele fase

A

fase na ernstige symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

afwijkingen in de hersenen

A
  • grotere ventrikels
  • grotere reductie in grijze stof, vooral in mediale, temporale, superieure, temporale en frontale gebieden
  • kleinere hersendelen, vooral prefrontale cortex
  • afwijkingen structuur en activiteit in hippocampus
  • vermindering en abnormaliteiten in de witte stof, vooral bij het werkgeheugen
17
Q

akinesie

A

langzame spraak / motoriek

18
Q

akathesie

A

niet stil kunnen zitten

19
Q

tardive dyskinesie

A

onwillekeurige bewegingen tong/kaak/gezicht

20
Q

structurele kijk op schizofrenie

A

verbindingen tussen bijv. het lichaam, de emotie, de maatschappij en de cultuur herstellen

21
Q

sociale steunmodel

A

symptomen zijn het gevolg van slechte verhoudingen tussen mensen

22
Q

persuasieve model

A

genezing dmv rituelen

23
Q

klinisch model

A

genezing door geloof van mensen in genezing