hoofdstuk 9 Flashcards

(13 cards)

1
Q

netvlies

A

(retina) lichtgevoelige laag van het oog waar licht wordt omgezet in neurale activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

fovea

A

het meest gevoelige deel van het netvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

oogzenuw

A

stuurt elektrische signalen door naar het brein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

iris

A

beheert hoeveel licht er het oog binnenkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

pupil

A

een gat in het midden van de iris, wat het licht het oog binnen laat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

lens

A

zorgt ervoor dat het oog een scherp beeld kan ontvangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gezichtsveld

A

wat een mens ziet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

receptief veld

A

wat een cel ziet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

transductie

A

licht omzetten in neurale activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe wordt visuele informatie geprogrammeerd

A

links recht omgekeerd en ondersteboven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

kegels

A

kleur en fijne details

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

staafjes

A

zien bij zwak licht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly