I en I week 2 Flashcards
(80 cards)
Paradigma’s binnen leertheorieën
Behaviourisme
>Gedrag
- Stimulus-respons theorie
- ertussen een Black box, niet te onderzoeken
>stimulus -> respons
2.) Cognitivisme
>Kennis
- stimulus-stimulus theorie
> stimulus -> mentale representatie -> respons
» Clashen met betrekking tot resultaten
Behaviourisme
-Psychologie moet zich focussen op relaties tussen observeerbare gebeurtenissen in de
omgeving (stimuli) en observeerbare gedragsreacties op deze gebeurtenissen (respons)
Watson
Al het gedrag is reflex-like in de natuur
- Ontkent het bestaan van mentale processen niet, maar vindt ze te onduidelijk om
wetenschappelijk te onderzoeken
>gedrag kan worden begrepen en beschreven zonder verwijzing naar een mentaal
proces
Stimulus
duidelijke gebeurtenis in de omgeving
Respons
reactie op stimulus
>Komen nooit gevoelens of gedachten bij kijken
Habituatie
afname van de respons op een herhaald aangeboden stimulus
>Get used to something, effect van ervaring op reflexen
Klassieke conditionering
proces waarbij een stimulus die eerst geen respons uitlokte, wel een respons uitlokt nadat
hij gepaard is met een stimulus die wel van zichzelf een respons uitlokt
Conditionering
van voorwaarden/ condities afhankelijk
Geconditioneerd gedrag
gedrag dat is aangeleerd onder bepaalde voorwaarden
Klassieke conditionering creëert reflexen, wat is een reflex
een simpel, automatische stimulus-respons sequentie getimed door het
zenuwstelsel
voorbeeld pavlov klassieke conditionering
Spijsvertering honden -> onderzoeken speeksel
- Toevoegen belletje (CS) -> kwijlen (CR)
>dieren leren geen directe stimulus-respons connectie maar een connectie tussen twee
stimuli
Afkortingen klassiek conditioneren
- UnConditioned Stimulus (UCS) -> UnConditioned Response (UCR)
- Conditioned Stimulus (CS) -> Conditioned Response (CR)
Extinctie (uitdoving); en wat zij pavlov
verworven reactie is niet blijvend, geconditioneerde stimulus
zonder ongeconditioneerde stimulus roept geen respons op
>Pavlov; conditioned respons niet echt verloren, maar geremd en kan ongeremd
worden door tijdsverloop of herhaling van de unconditioned stimulus
Spontaan herstel
reset, de geconditioneerde reactie herstelt zich, na een periode
zonder geconditioneerde of ongeconditioneerde stimulus (paring treedt weer op)
Generalisatie
hoe meer de stimulus op de originele stimulus lijkt, hoe meer de
respons overeenkomt
Discriminatieleren
leren onderscheid te maken
Blocking effect
de al geconditioneerde stimulus blokkeert de conditioning van de
nieuwe stimulus die ermee gepaard is
Operante respons
elke gedraging die effect heeft op onze omgeving
Operante conditionering
leerproces waarbij de consequentie van een respons de
waarschijnlijkheid van de herhaling van die respons veranderd
wat is het verschil tussen klassieke en operante conditionering?
Bij klassieke condiotionering (Stimulus > respons)
>Stimuli komen langs mensen in de omgeving voorbij, stimulus ontlokt reactie organisme
>gedrag wordt wel al vertoond
Bij operante conditionering (Organisme doet iets > leren)
>Wij vertonen gedrag en daar leren we weer uit, individu genereert gedrag dat effect heeft
op de omgeving
>gedrag wordt nog niet vertoond, doen het niet uit zichzelf
Thorndike
“Law of effects”
= als een respons leidt tot een aangename consequentie > respons wordt herhaald
= als een respons leidt tot een onaangename consequentie > respons wordt niet herhaald
- Leren is een trial-and-error proces
bekrachtiger
gedrag neemt toe
Straffen
gedrag neemt af
Skinner box
(operant conditioneren)
- Muis in kooi met hendeltje
- Kooi kan bekrachtigen of bestraffen