la chimie Flashcards
(64 cards)
1
Q
la chimie
A
chemie
2
Q
la classe inversée
A
omgekeerde klas
3
Q
l’economie
A
economie
4
Q
l’education physique
A
L.O
5
Q
un flash mob
A
een flashmob
6
Q
le francais
A
frans
7
Q
la géographie
A
aardrijkskunde
8
Q
une haie d’honneur
A
erehaag
9
Q
l’historie
A
geschiedenis
10
Q
les mathematiques
A
wiskunde
11
Q
la matérie
A
het vak
12
Q
la morale
A
zedenleer
13
Q
la musique
A
muziek
14
Q
le néerlandais
A
nederlands
15
Q
une piece de théâthre
A
toneelstuk
16
Q
une piece de théâthre
A
toneelstuk
17
Q
un piquenique
A
picknick
18
Q
la philosophie
A
filosofie
19
Q
la physique
A
fysica
20
Q
la relgion
A
religie
21
Q
une section
A
een sectie
22
Q
bénévole
A
vrijwillig
23
Q
car
A
auto
24
Q
car
A
auto
25
c'est pourquoi
daarom
26
donc
dus
27
parce que
omdat
28
plaire a
bevallen
29
ramasser des déchets
afval verzamelen
30
former une équipe
een team vormen
31
jouent dans l'eau
in het water spelen
32
jouer en équipe
in een team spelen
33
sur la photo
op de foto
34
un évenement
een evenement
35
une idée
een idee
36
un festival
een festival
37
un projet
een project
38
un talent
een talent
39
la visite
het bezoek
40
inoubliable
onvergetelijk
41
musicale
muzikaal
42
participer a
deelnemen aan
43
selectioner
selecteren
44
s'inscrire
inschrijven
45
créer une ambiance
een sfeer creeren
46
partir a la recherche
op zoek gaan naar
47
passer un moment inoubliable
een onvergetelijk moment beleven
48
rentrer sa candidature
zijn kandidatuur indienen
49
une activité
een activiteit
50
l'anglais
engels
51
un bâtiment
een gebouw
52
la biologie
biologie
53
construire un château de sable
een zandkasteel bouwen
54
donne un baiser
een kus geven
55
dormir sous une tente
in een tent slapen
56
en ville
in de stad
57
sont entrain de
bezig zijn met
58
est sur le point de
op het punt zijn te
59
fait du camping
kamperen
60
faire du kayak
kayakken
61
ai fait du surf
surfen
62
fair une promenade
een wandeling maken
63
faire une randonnée
een lange tocht maken
64
fais trempette
pootjebaden
