Leerprocessen en geheugen Flashcards

(24 cards)

1
Q

Henry molaison

A

Operatie voor epilepsie
Temporale kwab en hippocampus weggenomen
Kon geen nieuwe lange termijn herinneringen vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

H. M. bijdrage aan de neurowetenschappen

A

Belangrijke inzichten in lokalisatie van geheugenfuncties en hielp rol van hippocampus vast te stellen
Rol bij het classificeren van de geheugensystemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Classificatie van geheugensystemen

A

Lange termijn en korten termijn
Binnen lange termijn impliciet en expliciet
Expliciet (mediaal temporale kwab):
- Semantisch
- Episodisch
Impliciet:
- Priming (neocortex)
- Procedueel (striatum)
- Habituatie en sensitisatie (reflex bogen)
- operante conditionering
-> emotioneel (amygdala)
-> spieren (cerebellum)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Werkgeheugen

A

Tijdelijk info vasthouden
4-7 items vasthouden
30 seconden informatie vasthouden
Wordt gecoördineerd door centraal executieve systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cognitieve functies

A
  • geheugen
  • aandacht
  • ruimtelijk inzicht
  • taal
  • executieve functies
  • sociale cognitie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stadia van geheugen

A
  • Encoding = verwerken
  • Consolidatie = opslag
  • Retrieval = oproepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leren

A

Aanpassen van sterkte van synaptische verbindingen tussen neuronen
door:
- signalering pathways
- synaptische plasticiteit
- neurotransmitters
- structurele veranderingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vroege fase van LTP

A

Duurt minuten tot enkele uren
Vereist geen eiwitsynthese
Gaat bestaande eiwitten fosforyleren en extra AMPA-receptoren inzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Late fase van LTP

A

Duurt uren, dagen of langer
Vereist genexpressie en nieuwe eiwitsynthese
Gaat structurele veranderingen doorvoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Synaptic tagging

A

Speelt rol bij vorming van late-LTP
Activeert proteïne kinase A en CPEB (reguleert lokale eiwitsynthese)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Componenten van belang bij ruimtelijk leren

A

NMDA-receptoren en long term potentiation in de CA1-regio van de hippocampus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Engram

A

= fysieke representatie van het geheugen
Herinneringen worden opgeslagen via specifieke neurale circuits
Engrammen lopen doorheen verschillende hersengebieden
Hetzelfde circuit wordt geactiveerd zowel bij geheugenvorming als bij het herinneren
Kan veranderen in de loop van de tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Engram van angstgeheugen

A

Loopt door:
- Hippocampus voor de omgeving
- Amygdala voor de emotionele waarde
- Cortex voor zintuigelijke informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Relatieve prikkelbaarheid

A

Neuronen die het meest prikkelbaar zijn worden eerst geïntegreerd in een engram
= geeft basis om nieuwe informatie te koppelen aan eerdere ervaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geheugenopvraging

A

= patroonherkenning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Reconsolidatie window

A

Ophalen van herinnering zorgt ervoor dat interventies kort hierna, het geheugen kunnen wijzigen
-> Verbindingen worden tijdelijk terug instabiel

16
Q

Anisomycine

A

Blokkeert eiwitsynthese

17
Q

Geheugenfunctie van slaap

A

Slaap bevordert consolidatie
Post-encodische reactivatie tijdens de slaap is cruciaal voor bepaalde vormen van consolidatie
Modulatie door acetylcholine, noradrenaline en cortisol

18
Q

Ruimtelijke kaart van buitenwereld in hippocampus

A
  • Plaatscellen (CA1 en CA3 regio’s)
    -> Vuren op specifieke locatie
  • Gridcellen (mediale entorinale cortex)
    -> Ruimtelijk meetsysteem in hersenen
  • Hoofdrichtingscellen, grenscellen en snelheidscellen (entorinale cortex)
    = Allocentrisch systeem, referentiepunt is extern
19
Q

Dementie

A

1/5 Vlamingen krijgt dementie
2/3 van dementie gevallen komt door Alzheimer

20
Q

Alzheimer, problemen in de hersenen

A
  • Amyloid-beta plaques = extracellulair
  • Neurofibrillaire tangles door gefosforyleerd tau-eiwitten = intracellulair
    -> Tangles voornamelijk in CA1 regio van hippocampus
21
Q

Typische eerste klachten van Alzheimer

A
  • Progressieve episodische geheugenstoornissen
  • Progressieve spatiale oriëntatieproblemen
22
Q

Oorzaken van episodische geheugenstoornissen

A

Acuut:
- bilaterale occlusie van a. cerebri posterior
- bilateraal thalamisch infarct
- Korsakoff
- Traumatisch hersenletsel
- Hypoxia
Subacuut:
- Limbische encefalitis
Traag progressief:
- Alzheimer
- Hippocampale sclerose
Transient:
- Transiente globale amnesia
- Temporale kwab epilepsie
Atypisch:
- Functionele amnesia

23
Q

Lecanemab

A

Vetraagt cognitieve en functionele achteruitgang van Alzheimer in vroeg stadium
5-6 maanden bespaard na behandeling van 18 maanden
Van de markt gehaald, omdat er niet genoeg effect was