les 1 Flashcards

(43 cards)

1
Q

Waar kan bleek slijmvlies op wijzen?

A

Fe tekort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Goed/ fout

olijfolie is minder vet dan bak- en braadvet?

A

Fout
Olijfolie bevat meer vet –> 100% onverzadigd
Braadvet –> verzadigd. Vet + water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een gezonde cholesterolsiegel?

A

<190 mg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan je een stabiel gewicht behouden?

A

Door de inname gelijk te houden aan het verbruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Basaalmetabolisme

A

Energie die nodig is om je lichaam te laten werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel kcal heeft een man/vrouw nodig op een dag?

A

Man: 2400-2600 kcal/dag

Vrouw 1800-2200 kcal/dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke leeftijdsgroep heeft het meest voedsel nodig?

A

Jongvolwassenen. Lichaamsopbouw is groter dan de lichaamsafbraak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vanaf welke leeftijd begint de lichamelijke afbraak?

A

Vanaf 35-37 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Benoem de 5 belangrijkste geboden van de 10 gezondheidsgeboden

A

1) Ontbijten
2) meer groenten en fruit
3) matig wezen met alcohol
4) teveel zout vermijden
5) dagelijks tandenpoetsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benoem de opbouw van de voedingsdriehoek

A

Donkergroen: grootste gedeelte –> goede middelen ( groente, fruit, volle granen, aardappelen)
Lichtgroen: eten met voor- en nadelen (eieren, melk, vis, vlees )
Oranje: niet teveel van eten ( rood vlees)
Rode bol: zo weinig mogelijk (wijn, friet, becan, zout etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoeveel ckal bevat 1 gram vetten?

A

9 kcal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar zitten vetten in in ons lichaam?

A

Enzymen
Hormonen
Ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat voor soort vetten zijn er? (6)

A

Dierlijke en plantaardige
Verzadigde en onverzadigde
Zichtbaar en onzichtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke vetten van dierlijke oorsprong doen de LDL stijgen?

A

Vlees, volle zuivel, boter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kunnen onze aders dichtslippen door cholesterol?

A

De cholesterol gaat aan de zijwanden van onze aderwanden blijven plakken. Ook worden onze aderwanden door cholesterol minder soepel –> aderwand gaat uitzetten door bloeddruk –> kan leiden tot infarct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn voorbeelden van plantaardige producten?

A

Palmolie

kokosolie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een normaal cholesterol gehalte?

A

190 mg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wanneer spreekt men van hypercholesterolemie?

A

400-500 mg cholesterol

19
Q

Welke vetzuren doen onze LDL dalen?

A

Onverzadigde vetzuren

20
Q

Welke onverzadigde vetzuren van plantaardige oorsprong zijn er?

A

Olie
margarine
noten
zaden

21
Q

Noem een voorbeeld van onverzadigde vetzuren van dierlijke oorsprong

A

Vis
Vette vis: zalm, haring, paling
magere vis: tonijn, kabeljauw

22
Q

Betekenis MUFA

A

Enkelvoudige onverzadigde vetzuren

23
Q

Wat zijn omega-9-vetzuren?

A

Niet essentiele vetzuren.
ons lichaam is in staat deze vetten zelf aan te maken uit andere voedingsstoffen.
vb: olijfolie

24
Q

Betekenis PUFA

A

Meervoudige onverzadigde vetzuren

Moeten opgenomen worden via voeding, lichaam kan dit niet zelf aanmaken.

25
Welke vetzuren vallen onder MUFA?
Omega-9-vetzuren
26
Welke vetzuren vallen onder PUFA?
W-6-vetzuren | W-3-Vetzuren
27
W-6-vetzuren
Cholesterolverlagend, afweer, huidaandoening | VB: zonnebloemolie
28
W-3-vetzuren
immuunsysteem, weefsel en organen, cholesterolverlagend, bloeddrukverlagend
29
Hoeveel kcal bevat 1g koolhydraten?
4 kcal
30
EN% koolhydraten =
45-50%
31
Welke koolhydraten worden sneller opgenomen?
Enkelvoudige koolhydraten worden sneller opgenomen dan meervoudige koolhydraten.
32
Welke koolhydraten zorgen voor een gelijkmatige afgifte van suiker?
Meervoudige koolhydraten
33
Wat zijn enkelvoudige koolhydraten?
Suikers = sucrose = saccharose = glucose + fructose Bestaan uit 1 / 2 moleculen Zitten in Fruit en melk (lactose)
34
Waar worden toegevoegde suikers uitgehaald?
Biet of rietsuiker
35
Wat zijn meervoudige/ complexe koolhydraten?
Ketens van enkelvoudige koolhydraten Oligosachariden 3-9 moleculen polysachariden >9 moleculen
36
In welk voedsel zitten meervoudige koolhydraten?
Granen Aardappelen Peulvruchten Groenten
37
Wat zijn vrije suikers?
Toegevoegde suikers | EN% = 5-10%
38
Wat zijn intrinsieke suikers?
Van nature aanwezig in intacte groenten en fruit
39
Wat zijn melksuikers?
Suikers die van nature aanwezig zijn in melk | Lactose en galactose
40
Wat zijn voedingsvezels?
Niet verteerbare koolhydraten die van nature voorkomen in plantaardige producten
41
Waar zijn voedingsvezels goed voor? (5)
- Verbetert bloedsuikermetabolisme - Vergroot verzadiginsgevoel - Gunstige invloed op cholesterol - Zorgen voor vorming bolus
42
Kenmerken van onbewerkte voedingsvezels
Rijk aan voedingsvezels Bron van vitaminen Vb: volkorenbrood, havermout, bruine rijst, gekookte aardappelen etc
43
Kenmerken van bewerkte voedingsvezels
= gerrafineerde zetmeelbronnen Door bewerking zijn meeste vezels, vitaminen en mineralen verloren gaan Vb: wit brood, witte pasta, koekjes, gebak, snacks