Lesstof Flashcards
(68 cards)
1
Q
Kanina(ng umaga)
A
Eerder (vanmorgen)
2
Q
Anong ginawa
A
Wat deed?
3
Q
Inayos ko
A
Ik heb het gerepareerd
4
Q
Tumakbo
A
Rennen
5
Q
Ako
A
Ik
6
Q
Ito
A
Het
7
Q
Kayo
A
Jullie
8
Q
Tayo
A
We / wij
9
Q
Ano
A
Wat
10
Q
Sino
A
Wie
11
Q
Saan
A
Waar
12
Q
Bakit
A
Waarom
13
Q
Paano
A
Hoe
14
Q
Alin
A
Welke
15
Q
Kailan
A
Wanneer
16
Q
Pagkatapos
A
Dan
17
Q
Kung
A
Als
18
Q
Talaga
A
Echt
19
Q
Pero
A
Maar
20
Q
Dahil / kasi Dahil is de beleefde manier en kan ook orden gebruikt bij halve zinnen dahil regen kasi alleen met een kloppende zin kasi het regent. Dahil is makkelijker in gebruik.
A
Omdat
21
Q
Iyon
A
Dat
22
Q
O
A
Of
23
Q
At
A
En
24
Q
Alam ko (ko = afkorting van ako)
A
Ik weet het
25
Hindi ko alam
Ik weet het niet
26
Mag-isip
Denken
27
Tanga ako
Ik ben dom
28
Pwede
Mogelijk
29
Mahiyain
Verlegen
30
Kinagabahan
Zenuwachtig nerveus
31
Nasasabik
Opgewonden
32
Restawran
Restarant
33
Paborito
Favoriete
34
Palagi
Altijd
35
Isda
Vis
36
Buwan
Maand
37
Nakaraan
Verleden / vorige
38
Binigay
Gegeven
39
Noon
Dan
40
Regalo
Gift / cadeautje
41
Ibinibigay
geven
42
Alaga
Huisdier
43
Bata
Kind
44
Gatas
Melk
45
Tuwing
Elke
46
Galing
Van
47
Masaya
Blij
48
Galit
Boos
49
Malungkot
Verdrietig
50
Takot
Bang
51
Pagod
Moe
52
Antok
Slaperig
53
Gulat
Geschokt
54
Hiya
Verlegen
55
Tuwang-tuwa
Heel blij
56
Inis
Walgen
57
Alala
Bezorgd
58
Sabik
Opgewonden
59
Akin
Mijn
60
Atin
Ons
61
Amin
Van ons (luisteraar uitgesloten)
62
Iyo
Jouw alleen
63
Inyo
Van jou om eventueel te delen
64
Kotse / oto
Auto
65
May
Hebben
66
Loob
Binnen
67
Bago
Nieuw (Bagong oto) nieuwe auto
68
Natapon
Knoeien met eten
