Néerlandais Flashcards
étudier le vocabulaire (30 cards)
Bouger
beweging
perdre du poids
afvallen
être au régime
op dieet te zijn
manger équilibré
verzekeren
limiter les graisses
beperk vetten
boire suffisamment
voldoende drinken
manger varié
gevarieerd eten
prendre du poids
gewicht te krijgen
Maigrir
af te valen
se sentir en forme
fit voelen
se sentir déprimé
depressief
être saoul
dronken zijn
éviter les boissons sucrée
vermijd suikerhoudende dranken
consulter le médecin généraliste
raadpleeg de huisart
sauver la vie de quelqu’un
red iemands leven
anti-douleur
Pijnstiller
nourriture saine
gezond eten
nourriture non saine
ongezond eten
des habitudes nuisibles
schadelijke gewonten
l’espérance de vie
de levensverwachting
la santés
gezondheid
les problèmes de santé
de gezondheidsproblemen
l’exercice / activité physique
fysieke activiteit
un petit déjeuner copieux
een stevig ontbijt