Projectbegroting En Budgettering Flashcards

(14 cards)

1
Q

Wat is een projectbegroting

A

een overzicht maken van de te verwachten inkomsten en uitgaven (kosten) die met het project te maken hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe moet Projectbegroting zijn

A
  • Optimistisch: positief ingesteld
  • Realistisch
  • Pessimistisch: uitgaan van het slechtste
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In welke fases word er een begroting opgesteld voor meerdere projectfases

A
  • Initiatieffase: raming van projectkosten
  • Voorbereiding: begroting van alle activiteiten afzonderlijk
  • Uitvoeringsfase: werkbegroting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Mogelijke kostenposten:

A
  • Locatiekosten
  • Materiaalkosten
  • Personeelskosten
  • Promotie, publiciteit en PR
  • Organisatiekosten
  • Bijkomende kosten
  • Onvoorziene kosten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een Projectofferte

A

bij een interne opdrachtgever zet je in je plan van aanpak iets over de kosten en baten van je project.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een Projectofferte

A

Een projectofferte is een voorstel met wat er gedaan wordt, hoe, en voor welke prijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een budget

A

een bepaald bedrag wat je ergens voor hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is deelbegroting

A

Als een begroting te complex is kan je deze opsplitsen in delen dat heet deelbegrotingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is budgetbewaking

A

die controleert of de kosten het budget niet te boven gaan, dat noem je budgetbewaking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn Vaste kosten

A

zijn constante kosten en veranderen niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn Variabele kosten

A

zijn kosten die stijgen of dalen met de hoeveelheid presentaties die geleverd word en zijn dus afhankelijk van het aantal presentaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Je hebt 3 soorten variabele kosten:

A
  1. Proportioneel
  2. Progressief
  3. Degressief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Om te kijken welke inkomsten je minimaal moet realiseren om alle kosten te dekken kan je het volgende gebruiken
BREAK Even Point – analyse

A

BEP formule : V
——
p-v

V = vaste of constante kosten
p = prijs voor deelname
v = variabele kosten (per deelnemer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een kasboek

A

een overzicht van alle contante geld:
- Kasbewijzen (bonnen, kwitanties)
- Kasboek opstellen (debet = inkomsten, credit = uitgaven)
- Afsluiten van een kasboek en kasverschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly