RA-4 Week 1 Flashcards
(111 cards)
Welke afweercellen pakken virussen aan (influenza, HIV, hepatitis)?
NK-cellen
Welke afweercellen pakken endosomale bacteriën (mycobacteria, salmonella) aan?
Macrofagen
Welke afweercellen pakken multicellulaire parasieten (helminthen, protozoa) aan?
Eosinofiele granulocyten en Basofielegranulocyten
Welke afweercellen pakken extracellulaire bacteriën/schimmels (streptococcen, candida) aan?
Neutrofiele granulocyten
Een macrofaag bevat receptoren die betrokken zijn bij een van twee functies. Welke functies zijn dit?
Fagocytose (endocytose) en signalering (activatie inflammatoire reactie, via TLR)
Er zijn twee klassen van Major Histocompatibility Complex die kunnen binden aan de T-cell receptor (TCR). Welk MHC complex bindt aan welk type T-cel?
MHC I bindt aan de TCR van de cytotoxische T-cel (CD8+)
MHC II bindt aan de TCR van de T-helpercel (CD4+)
Wat is de rol van CD4+ bij een virale immuunreactie?
Het activeren van CD8+ cytotoxische T-cellen
Hulp bij differentiatie van B-cellen
Wat zijn de verschillen tussen HIV-1 en HIV-2?
HIV-1:
- Snellere replicatiecyclus –> hogere viral load –> besmettelijker
- Overdracht van moeder naar kind
- HIV sneller over naar AIDS
- Wereldwijd
- Chimapansee
HIV-2
- Mindere snelle replicatiecyclus
- Geen overdacht moeder kind
- Endemisch
- Zwarte mangabey
HIV heeft bepaalde structuur eiwitten.
Wat de functies van de volgende eiwitten
-gp120
-gp41
gp120 (hecht aan CD4+) en gp41 (fusie envelop aan gastheercel, waardoor infiltratie genoom)
HIV is een lentivirus, wat betekent dat?
Retrovirus wat zorgt voor een traag ziekteproces
Cellen met CD4 op hun celmembraan zijn vatbaar voor HIV. Welke cellen zijn dit?
CD4+ T cellen, macrofagen, dendritische cellen
gp120 heeft een co-receptor nodig voor binding. Welke twee HIV varianten zijn er en aan welke chemokinereceptor binden zij?
R5-virus: Macrofagotroop. Bindt aan chemokine-receptor CCR5 (macrofagen, dendritische cellen en CD4+ T cellen)
X4-virus: Lymocytotroop. Bindt aan CXR4 op geactiveerde T-cellen
Wat zijn duotrope virussen?
Virussen die beide receptoren gebruiken
Zijn mensen vaker en eerder besmet met R5-virussen of X4-virussen?
R5, want R5 virussen hebben minder CD4 op een gastheercel nodig voor infiltratie dan X4
Welke cellen worden het eerste geïnfecteerd door HIV?
Macrofagen en dendritische cellen. De virusdeeltjes die in deze cellen worden geproduceerd zullen vervolgens CD4 T-cellen infecteren.
Is een R5 virus eerder verantwoordelijk voor ziekteprogressie of een pandemie?
En een X4 virus?
R5 –> Pandemie
X4 –> Ziekteprogressie (50% van de gevallen switcht R5 naar X4 wat de leidt tot daling van CD4 en daarmee progressie in AIDS)
Een acute HIV-infectie kan asymptomatisch verlopen of met griepklachten. Wat ziet men in het bloedonderzoek?
Atypische lymfocytose
Leuko- trombocytopenie
Milde hepatitis
Wat bedoelen we met seroconversie?
De eerste HIV-antistoffen zijn zichtbaar in het bloed
Wat is de windowfase?
De periode waarbij we HIV-RNA in het bloed vinden maar we nog geen P24 of HIV-antistoffen kunnen detecteren.
Wat is set-point?
De hoeveelheid virusdeeltjes na de acute fase die aanwezig zijn in het bloed. Dit is verbonden aan het ziekte verloop.
Tijdes de asymyptomatische fase is het immuunsysteem vol bezig. CD4+cellen worden geproduceerd en gaan snel dood. Wie welke 3 manieren gaan ze dood?
- door de infectie zelf
- apoptose
- CD8 ruimt op
Bij de symptomatische fase valt eerst de Th1 gemedieerde immuunrespons uit, daarna de antistofrespons en CD8+ t cel respons. Welke ziektebeelden zien we?
Th1:
- Candida infectie mond/slokdarm
- tuberculose infectie
- pneumonie (pneumocystis jirovecci)
- diarre (giardia lamblia, cryptosporidium, isospora, microsporidia)
CD8: Meer virale infecties en maligniteiten - Varicella zoster - kaposisarcoom (herpesvirus 8) - B-cel lymfoom (EBV) - Cerebraal abses (toxoplasmose) - meningitis (cryptococcus neoformans) - CMV colitis en retinitis
Hoe komt het dat het HIV virus zich zo snelt muteert?
Bij reverse transcriptase is er geen proofreading, het gevolg: veel fouten en daardoor mutaties –> viruspopulatie
Welke personen zijn resistenter tegen HIV?
Mensen met een CCR5 mutatie. De genen in deze mensen moeten homozygoot zijn.