Samenvatting Marijke Flashcards
(155 cards)
Werkingsmechanisme placebo
Werkt via opioïde en dopamine netwerken.
Werkt beter als echte medicijn al een keer gegeven is.
Werkingsmechanisme placebo uit elkaar gehaald
Naast error etc ook:
Verwachting
- angst
- beloning
Leren
- Pavlov conditionering
- social learning
- reinforced verwachtingen
Nocebo hyperalgesie
Pijn opwekken door angst (activatie HPA-as)
Medicatie dat werkt op nocebo
Benzodiazepine
```
CKK antagonist
verborgen toediening CKK antagonist geen effect, manier van behandeling van belang
~~~
Drie soorten leren bij placebo
- klassieke conditionering
- Versterkte verwachtingen
- sociaal leren
Hoop en verwachting bij placebo
Hoop is primaire mechanisme van werking van psychotherapie (hawthorne effect)
Placebo werkt niet als verwachtingsgerelateerde mechanismen niet werken
Drie mechanismen die placebo effect teweeg kunnen brengen (artikel Bensing en Verheul)
- Conditionering
- manipulatie van verwachtingen van de patiënt
- beïnvloeding affectieve staat en stressniveau van de patiënt
Empatische arts laat stress doen afnemen.
beïnvloeding affectieve staat en stressniveau van de patiënt (placebo)
Stressreductie -> verlaging cortisolniveau -> snellere wondgenezing
Sociale steun -> minder ervaren pijn -> betere gezondheid
Negatief affect -> verhoogde noradrenaline concentratie -> overgevoeligheid voor pijn (nocebo)
Stress -> activatie sympaticus -> meer pijn
Interactie tussen affect en verwachtingen: positieve verwachtingen leiden tot positiever affect. Verandering affect leidt tot verandering verwachting.
Impulsiviteit + hersengebied (drugscollege)
Onvermogen beloning uit te stellen
Ventrale striatum
Compulsiviteit + hersengebied (drugscollege)
Onvermogen gedrag aan te passen na negatieve feedback. (niet kunnen stoppen, gewoonte)
Dorsale striatum.
Van impuls naar gewoonte
Verschuiving van ventraal naar dorsaal.
Neuronale aanpassingen en plasticiteit, hippocampus en amygdala betrokken.
Bottum up en top down (verslaving)
impulsiviteit en compulsiviteit = bottum up
Ventromediale prefrontale cortex = top down
Factsheet dopamine
From: Tyrosine (L-DOPA->DA->NE->E)
Into vesicles: VMAT2
Transporter: DAT (en NET)
Vernietiging: MAO-A, MAO-B, COMT
Receptor: D1-D4 (D2 ook presynaptisch)
Craving
Heel veel DA
Upregulatie DA receptoren
De vele DA receptoren hebben DA nodig
Craving om aan DA te voldoen
Endogene stoffen (die drugs proberen te imiteren)
- Endorfinen (morfine/heroïne)
- Anandamine (marihuana)
- Acetylcholine (nicotine)
- Dopamine (amfetamine/cocaïne)
Amfetamine (stimulantia)
Vermindering dopaminetransport (DAT) -> niet meer opgenomen, meer in synaps
én
Bezetting van vesiculaire transporter (VMAT2) -> alle opgeslagen dopamine in één keer losgelaten, kick
Metamfetamine (stimulantia)
Werkt zelfde als amfetamine, maar sneller (meer DA in synaps + kick)
Methylfenidaat (ritalin) (stimulantia)
Werkt zelfde als amfetamine, maar trager en zwakker (meer DA in synaps + kick)
Cocaïne (stimulantia)
Werkt zelfde als amfetamine, maar ook nog op andere systemen (SERT en NET) (meer DA in synaps + kick)
Effecten stimulantia
korte termijn:
- energie
- euforie
- minder honger
- slapeloos
- angst, agressie, paranoia etc
lange termijn
- verhoogde hartslag en bloeddruk en onomkeerbare schade aan vaten
Behandeling tegen verslaving amfetamine (5)
- GABA-achtige medicatie
- Cocaïne vaccin
- D2 partiële agonist, aripiprazole (laat deel beloning wegvallen)
- D3 partiële agonist
- Naltrexone
Nicotine
Werkt op drie manieren op acetylcholerge receptoren
- Direct: nicotine bindt aan receptor subtype op dopamineneuronen in het VTA, zorgt voor afgifte dopamine in nucleus accumbens
- Indirect: nicotine bindt op receptor subtype op glutamaatreceptoren in het VTA, daardoor glutamaat afgegeven aan de dopamineneuron, waardoor dopamine wordt afgegeven in de nucleus accumbens
- Nicotine desenticeert receptor subtype op GABA interneuron in het VTA, waardoor afgifte dopamine minder geremd wordt
Nicotine verslaving
Bij chronische desentisatie nemen A4B2 receptoren toe (upregulatie). Bij hersentisatie (terugkeer in ruststaat) zorgen ze allemaal voor craving, waardoor verslaving erger wordt.
Varencline (bij nicotine)
Neemt belonende effect roken weg
Partiële agonist met grotere affiniteit voor A4B2 receptor. Stabilliseert het kanaal. Nicotine kan mesolimbische beloningssysteem niet volledig activeren