Thema 1.1 Flashcards
(19 cards)
wat is biologie?
Biologie is een natuurwetenschap en bestudeert organismen (levende wezens).
Stofwisseling
alle chemische reacties in een organisme.
levensloop
De levensloop begint direct na het ontstaan van het organisme en eindigt met de dood van het organisme.
(elk organisme heeft een levensloop).
levenscyclus
elk soort heeft een levenscyclus doordat alle individuen van een soort tijdens hun levensloop dezelfde fasen of stadia van ontwikkeling doorlopen.
Individu gaat dood, maar soort niet.
ontwikkelen
optreden van veranderingen in de bouw en het functioneren van het organisme of van bepaalde delen ervan.
soort
organismen die zich onderling kunnen voortplanten en daarbij vruchtbare nakomelingen voortbrengen.
organisatieniveau volgorde
molecuul-organel-cel-weefsel-orgaan-orgaanstelsel-organisme-populatie-levensgemeenschap-ecosysteem-systeem aarde.
molecuul
bouwstenen van stoffen (bijvoorbeeld DNA) en van cellen.
DNA
DNA bevat erfelijke informatie voor een organisme.
organel
onderdelen in de cel met een bepaalde functie (bijv celkern).
cel
organismen bestaan uit 1 of meer cellen.
weefsel
een groep cellen met dezelfde vorm en functie.
orgaan
deel van een organisme met een specifieke bouw en functie.
organisme
eencellig of meercellig levend wezen (individu).
orgaanstelsel
bestaat uit een aantal organen. Deze organen oefenen samen een bepaalde functie uit.
(bijv verteringsstelsel en beenderstelsel).
populatie
groep individuen van dezelfde soort die in een bepaald gebied leven en die zich onderling voortplanten.
levensgemeenschap
alle verschillende populaties die in een gebied samenleven.
ecosysteem
een min of meer begrensd gebied met bepaalde eigenschappen, zowel levende als niet-levende natuur.
systeem aarde
het geheel aan ecosystemen op aarde.