toetsvragen Flashcards
(195 cards)
In welk van de volgende voorbeelden is er sprake van een probleem met de validiteit?
jouw bloeddrukmeting bij dezelfde patiënt geeft niet altijd hetzelfde resultaat als die van jouw collega
een bus die niet precies op de aangegeven tijd bij de halte stopt
Fouteen weegschaal die de ene keer 0,1 kg meer en de andere keer 0,1 kg minder aangeeft
een wekker die voorloopt
wekker die voorloopt
Er zijn verschillende mogelijkheden om een samengesteld meetinstrument te valideren. Eén van de mogelijkheden is het vergelijken van de uitkomsten van een bepaald meetinstrument met een meting waarvan je verwacht dat deze een verband vertoont met de uitkomst van het meetinstrument dat je bestudeert. Welk soort validiteit bepaald je hiermee?
begripsvaliditeit
Foutinhoudsvaliditeit
criteriumvaliditeit
predictieve validiteit
criterium validiteit
Bij criteriumvaliditeit ga je na of de uitkomsten van het meetinstrument overeenkomen met de uitkomsten van een extern criterium waarvan je verwacht dat deze een verband met de uitkomst van het meetinstrument vertoont.
De validiteit van een meting is te verhogen door:
Goedhet ijken van het meetinstrument
herhaaldelijk meten
het opnemen van meerdere items die allemaal betrekking hebben op hetzelfde aspect
de meting laten uitvoeren door meerdere personen
ijken
Bij betrouwbaarheid gaat het erom of de gemeten waarde overeenkomt met de werkelijke waarde.
FoutJuist
Onjuist
onjuist
Gaat om afwezigheid van toevallige fouten
Om de betrouwbaarheid van een bepaalde meetmethode te bepalen spreek je met je collega-zorgverlener af dat jullie allebei, onafhankelijk van elkaar, dezelfde meting bij dezelfde patiënten doen. Achteraf kijken jullie in hoeverre de scores met elkaar overeenstemmen. Jullie bepalen hiermee de:
test-hertestbetrouwbaarheid
intrabeoordelaarbetrouwbaarheid
homogeniteit
Interbeoordelaarbetrouwbaarheid
inter
Er zijn verschillende manieren om de betrouwbaarheid van een meting te verhogen. Door welke maatregelen kan de betrouwbaarheid worden verhoogd?
het opnemen van meerdere items die allemaal betrekking hebben op hetzelfde aspect, de meting laten uitvoeren door meerdere personen en/of het raadplegen van experts
herhaaldelijk meten, het opnemen van meerdere items die allemaal betrekking hebben op hetzelfde aspect en/of de meting laten uitvoeren door meerdere personen
herhaaldelijk meten, het ijken van het meetinstrument en/of het raadplegen van experts
het ijken van het meetinstrument, het opnemen van meerdere items die allemaal betrekking hebben op hetzelfde aspect en/of het raadplegen van experts
herhaaldelijk
Welke van de volgende beweringen over betrouwbaarheid is juist?
Bij betrouwbaarheid gaat het om de afwezigheid van systematische fouten.
Bij betrouwbaarheid gaat het erom of de gemeten waarde overeenkomt met de werkelijke waarde.
Bij betrouwbaarheid gaat het om de afwezigheid van toevallige fouten.
Bij betrouwbaarheid gaat het om de vraag of je wel meet wat je wilt meten.
C
Stel, je werkt mee aan een onderzoeksproject met als doel het wachten in de wachtkamers van een bepaald ziekenhuis aangenamer te maken. Hiervoor ga je een aantal dagdelen in wachtkamers van verschillende afdelingen de gang van zaken observeren. Deze onderzoeksmethode is het best te typeren als een:
gestructureerde, niet-participerende observatie
gestructureerde, participerende observatie
ongestructureerde, participerende observatie
ongestructureerde, niet-participerende observatie
C.
Het gaat hier om een ongestructureerde observatie: er is geen sprake van concrete gedragingen die gescoord worden met een observatieschema. Het gaat hier om een participerende observatie: je maakt als onderzoeker zelf deel uit van de te observeren situatie.
Een focusgroepdiscussie is een discussie waarbij de onderzoeker van buitenaf het gedrag van de deelnemers observeert.
onjuist
Bij een focusgroepdiscussie voer je met een representatieve groep van ongeveer zes tot tien mensen een discussie over een bepaald onderwerp met als doel het genereren van ideeën, of het onderzoeken van achtergronden, mogelijke verklaringen of ervaringen.
Stelling:
Een nadeel van het gebruik van bestaande gegevens is dat er onbekende selectie kan zijn opgetreden van de personen waarvan je de gegevens in het onderzoek gebruikt.
juist
Een nadeel van het gebruik van bestaande gegevens is dat er onbekende selectie kan zijn opgetreden van de personen waarvan je de gegevens in het onderzoek gebruikt. Bij gebruik van statussen uit een bepaald ziekenhuis kun je je bijvoorbeeld afvragen of de patiëntenpopulatie uit dit ziekenhuis representatief is voor alle patiënten met de betreffende aandoening. Verschillen in opnamebeleid tussen academische ziekenhuizen en algemene ziekenhuizen leveren mogelijk verschillende patiëntenpopulaties op.
Eén van de methoden voor onderzoek is het houden van een focusgroepdiscussie. Deze methode is het best te omschrijven als:
een discussie met een representatieve groep van ongeveer zes tot tien mensen over een bepaald onderwerp
een discussie waarbij gegevens verzameld worden door middel van gestructureerde vragen en vaststaande antwoordcategorieën
een discussie over een bepaald onderwerp waarbij de groepsdynamiek bestudeerd wordt
Fouteen discussie waarbij de onderzoeker van buitenaf het gedrag van de deelnemers observeert
A
Bij een focusgroepdiscussie voer je met een representatieve groep van ongeveer zes tot tien mensen een discussie over een bepaald onderwerp met als doel het genereren van ideeën, of het onderzoeken van achtergronden, mogelijke verklaringen of ervaringen.
Stel, je wilt in korte tijd veel gegevens verzamelen over een grote groep mensen. Welke methoden zijn hiervoor het meest geschikt?
bestaande dossiers of observatie
bestaande dossiers of vragenlijsten
Foutbestaande tests of interviews
focusgroepdiscussies of observatie
B
én van de stappen bij het uitvoeren van onderzoek is operationaliseren. Operationaliseren is:
het beschikbaar maken van bestaande informatie
het meetbaar maken van variabelen
het in de praktijk brengen van nieuwe onderzoeksresultaten
het operationeel maken van een nieuwe methode
B
Sommige vragenlijsten bestaan uit een aantal subschalen. Wat is de beste omschrijving van ‘subschaal’?
de groepering van de begrippen uit de onderzoeksvraag
de groep items die samen de totaalscore voor het te meten theoretische begrip opleveren
een onderdeel van een vragenlijst waarin een begrip met een simpele vraag te meten is
een verzameling van samenhangende items die samen eenzelfde aspect van het te onderzoeken begrip meten
D
Een subschaal is een verzameling van samenhangende items die samen eenzelfde aspect van het te onderzoeken begrip meten.
Juist
Onjuist
juist
Een algemene formulering als ‘ik heb een gezonde leefstijl’ levert over het algemeen eerder sociaalwenselijke antwoorden op dan meer gedetailleerde uitspraken.
juist
Een vragenlijst bevat de volgende vraag: ‘Hoe heeft u de zorg na uw operatie ervaren?’ Wat is er mis met deze vraag?
De vraag is suggestief.
De vraag is positief geformuleerd.
De vraag is niet enkelvoudig.
De vraag is niet concreet genoeg.
D
In een vragenlijst wordt gevraagd naar leeftijd. De antwoordcategorieën hierbij zijn: 0-15 jaar; 20-40 jaar; 41-60 jaar; ouder dan 60 jaar. Wat is er mis met deze antwoordcategorieën?
De antwoordcategorieën zijn niet uitputtend.
De antwoordcategorieën differentiëren te weinig.
De antwoordcategorieën zijn niet uitsluitend.
De antwoorden worden niet met een Likertschaal gemeten.
A
Een vragenlijst bevat de volgende stelling: ‘Ik sport regelmatig, want ik vind het belangrijk om mijn lichaam in vorm te houden.’ Wat is er mis met deze stelling?
De vraag is niet enkelvoudig.
De vraag is niet ondubbelzinnig.
De vraag is suggestief.
De vraag is positief geformuleerd.
A De vraag is niet enkelvoudig, meet meerdere dingen tegelijk en zou moeten worden opgedeeld in twee vragen.
en vragenlijst bevat de volgende vraag: ‘Wat vindt u van de zorgverlening in deze praktijk?’ Wat is er mis met deze vraag?
De vraag is positief geformuleerd.
De vraag is niet enkelvoudig.
De vraag is niet concreet genoeg.
De vraag is suggestief.
C De vraag is niet concreet genoeg geformuleerd: welke aspecten van de zorgverlening worden bedoeld? Iedereen kan de vraag anders opvatten. Hierdoor zal de vraag geen valide antwoorden opleveren.
In een vragenlijst wordt gevraagd naar leeftijd. De antwoordcategorieën hierbij zijn: 0-20 jaar; 20-40 jaar; 40-60 jaar; ouder dan 60 jaar. Wat is er mis met deze antwoordcategorieën?
De antwoorden worden niet met een Likertschaal gemeten.
De antwoordcategorieën zijn niet uitsluitend.
De antwoordcategorieën zijn niet uitputtend.
De antwoordcategorieën differentiëren te weinig.
B De antwoordcategorieën zijn niet uitsluitend: een persoon van 20 of van 40 jaar kan zijn/haar antwoord in twee antwoordmogelijkheden kwijt.
Wat wordt verstaan onder de Engelse term ‘debriefen’?
het achteraf op de hoogte brengen van de proefpersonen van het werkelijke doel van het onderzoek
het waarborgen van de anonimiteit van de gegevens van de proefpersonen
Fouthet beschrijven van het doel van je onderzoek in algemene termen, zodat dit de antwoorden van de proefpersonen op de vragen niet kan beïnvloeden
het vermelden in de inleiding van een vragenlijst hoeveel tijd het kost om de vragenlijst in te vullen
A
Voor mijn studie fysiotherapie aan de Fysio-hogeschool van Rettel voer ik een onderzoekje uit. Daarvoor wil ik u vragen bijgevoegde vragenlijst in te vullen, dit kost ongeveer vijf minuten. De gegevens zullen vertrouwelijk worden behandeld. Als u op de hoogte gebracht wilt worden van de resultaten, kunt u het bijgaande antwoordkaartje invullen. U krijgt dan na afloop van het onderzoek de resultaten toegestuurd. Alvast bedankt! Student X.’
Wat ontbreekt in deze inleiding?
de doelgroep waarvoor de vragenlijst bedoeld is en de waarborging van de anonimiteit van de gegevens
het doel van het onderzoek en de waarborging van de anonimiteit van de gegevens
het doel van het onderzoek en de tijd die het kost om de vragenlijst in te vullen
het doel van het onderzoek en de doelgroep waarvoor de vragenlijst bedoeld is
D
Wat wordt verstaan onder de interne consistentie van een vragenlijst?
de mate waarin de vragenlijst bij herhaaldelijke afname dezelfde score oplevert
de mate waarin verschillende mensen hetzelfde scoren op de vragenlijst
de mate waarin de vragenlijst alle aspecten van het te onderzoeken begrip bevat
de mate waarin verschillende items in een vragenlijst met elkaar samenhangen
D
e interne consistentie is de mate waarin verschillende items in een vragenlijst met elkaar samenhangen.