Uitdrukkingen Flashcards
(4 cards)
1
Q
Es gibt viel zu tun
A
Er is veel te doen.
2
Q
An die Arbeit
A
Aan de slag, aan‘t werk
3
Q
Keine Eile
A
Haast je niet.
4
Q
Wir sind im wasser
A
We zijn on het water.