unit 2: vocab Flashcards

(216 cards)

1
Q

an advertising agency

A

reclamebureau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

a commercial

A

reclamespot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

a copywriter

A

(reclame) tekstschrijver, copywriter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

a creative director

A

creative director

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

a freelancer

A

freelancer, onafhankelijk medewerker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

merchandise

A

merchandise, koopwaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

public telivision

A

openbare televisie omroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

a shortlist

A

shortlist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

to award

A

(prijs) toekennen, belonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

to broadcast

A

uitzenden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

to reward

A

belonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

consecutive

A

opeenvolgend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

numerous

A

talrijk, vele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ruthlessly

A

meedogenloos, wreed, hard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

to be at the heart of something

A

nauw betrokken zijn bij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

reclamebureau

A

an advertising agency

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

reclamespot

A

a commercial

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

(reclame) tekstschrijver, copywriter

A

a copywriter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

creative director

A

a creative director

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

freelancer, onafhankelijk medewerker

A

a freelancer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

merchandise, koopwaar

A

merchandise

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

openbare televisie omroep

A

public television

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

shortlist

A

a shortlist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

(prijs) toekennen, belonen

A

to award

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
uitzenden
to broadcast
26
belonen
to reward
27
opeenvolgend
consecutive
28
talrijke, vele
numerous
29
meedogenloos, wreed, hard
ruthlessly
30
nauw betrokken zijn bij
to be at the heart of something
31
to be out fo the running
niet meer in aanmerking komen
32
to even the playing field
het pad effenen
33
to navigate these waters
door woelige waters leiden
34
to push one's button
iemand irriteren, iemand kwaad maken
35
a crush
drom, samengeplakte mensen, (hevige) verliefdheid
36
an executive
leidinggevende, hoofd, directeur
37
footing
basis, voet, verstandhouding
38
gender
geslacht
39
an impact
shock, botsing, inslag, invloed, impact
40
a portrait
een portret (in woorden), een portret (foto, schildering)
41
a priority
prioriteit
42
to be torn
voor een verscheurde keuze staan
43
to bring something up
iets naar boven brengen
44
to catch up with someone
bijpraten met iemand, ontmoeten
45
to come up with somehting
met iets op de proppen komen
46
niet meer in aanmerking komen
to be out of the running
47
het pad effenen
to even the playing field
48
door woelige waters leiden
to navigate these waters
49
iemand irriteren, iemand kwaad maken
to push one's button
50
drom, samengepakte mensen, (hevige) verliefdheid
a crush
51
leidinggevende, hoofd, directeur
an executive
52
basis, voet, verstandhouding
footing
53
geslacht
gender
54
schok, botsing, inslag, invloed, impact
an impact
55
een portret (in woorden), een portret (foto, schildering)
a portrait
56
prioriteit
a priority
57
voor een verscheurde keuze staan
to be torn
58
iets naar boven brengen
to bring something up
59
bijpraten met iemand, ontmoeten
to catch up with someone
60
met iets op de proppen komen
to come up with something
61
to depict
(af)schilderen, afbeelden, beschrijven
62
to grow on someone
ergens van beginnen houden
63
to leave off
ophouden, stoppen
64
to move on(to)
verder gaan, doorgaan
65
to pick up something
weer beginnen, hervatten
66
to trace back
nagaan, speuren, opsporen, terugvoeren
67
delighted
verrukt, opgetogen
68
enormous
enorm, geweldig groot
69
literate
geletterd (kunnen lezen en schrijven), belezen
70
memorable
gedenkwaardig
71
senior
oud, op leeftijd, hooggeplaatst, hoger geplaatst
72
sexist
seksistisch
73
sought-after
veelgevraagd, in trek, gezocht
74
the aftermath
nasleep, naspel
75
a coronation
kroning
76
an ensemble
geheel, ensemble, set
77
an epoch
tijdperk
78
a eulogy
lofprijzing
79
(af)schilderen, afbeelden, beschrijven
to depict
80
ergens van beginnen houden
to grow on someone
81
ophouden, stoppen
to leave off
82
verder gaan, doorgaan
to move on(to)
83
weer beginnen, hervatten
to pick up something
84
nagaan, speuren, opsporen, terugvoeren
to trace back
85
verrukt, opgetogen
delighted
86
enorm, geweldig groot
enormous
87
geletterd (kunnen lezen en schrijven), belezen
literate
88
gedenkwaardig
memorable
89
oud, op leeftijd, hooggeplaatst, hoger geplaatst
senior
90
seksistisch
sexist
91
veelgevraagd, in trek, gezocht
sought-after
92
nasleep, naspel
the aftermath
93
kroning
a coronation
94
geheel, ensemble, set
an ensemble
95
tijdperk
an epoch
96
logprijzing
a eulogy
97
a fad
bevlieging, rage
98
high fashion
haute couture
99
a knock-off
illegale kopie, namaakproduct
100
a magnate
magnaat
101
mainstream
mainstream (heersende stroming)
102
ornamentation
versiering, decoratie
103
an orphanage
weeshuis
104
patriotism
patriottisme, vaderlandsliefde
105
a patron
patroonn, mecenas
106
a print
patroon
107
a retailer
detailhandelaar
108
a stockbroker
effectenmakelaar
109
a turmoil
beroering, opschudding
110
undergarment
onderkledij
111
a wardrobe
garderobe, kleerkast
112
wholesale
groothandel
113
bevlieging, rage
a fad
114
haute couture
high fashion
115
illegale kopie, naamaakproduct
a knock-off
116
magnaat
a magnate
117
mainstream, heersende stroming
mainstream
118
versiering, decoratie
ornamentation
119
weeshuis
an orphanage
120
patriottisme, vaderlandsliefde
patriotism
121
patroon, mecenas
a patron
122
patroon
a print
123
detailhandelaar
a retailer
124
effectenmakelaar
a stockbroker
125
beroering, opschudding
turmoil
126
onderkledij
undergarment
127
garderobe, kleerkast
a wardrobe
128
groothandel
wholesale
129
a bowtie
vlinderdas
130
embroidery
borduurwerk
131
an evening gown
avondjurk
132
an hourglass
zandloper
133
a shoe lace
schoenveter
134
knickers
onderbroek
135
silk
zijde
136
a turtleneck
coltrui
137
velvet
flueel
138
checked
geruit/geblokt
139
denim
denim
140
sleeveless
zonder mouwen, mouwloos
141
hooded
met capuchon
142
flowery
bloemrijk
143
woollen
wollen
144
vlinderdas
a bow tie
145
borduurwerk
embroidery
146
zandloper
an hourglass
147
schoenveter
a shoe lace
148
onderbroek
knickers
149
zijde
silk
150
coltrui
a turtleneck
151
flueel
velvet
152
geruit/geblokt
checked
153
mouwloos, zonder mouwen
sleeveless
154
met capuchone
hooded
155
bloemrijk
flowery
156
wollen
woollen
157
to be in vogue
in de mode zijn
158
to drop out of something
vroegtijdig verlaten, opgeven
159
to dye
verven, kleuren
160
to enroll
zich inschrijven, zich opgeven
161
to garner
opslaan, vergaren
162
to infuriate
razend maken
163
to knit
breien
164
to smother
(ver)stikken
165
brief
kort(stondig)
166
casual
vrijetijds-, gemakkelijk
167
dated
ouderwets, gedateerd
168
distinctive
kenmerkend, opvallend
169
enduring
blijvend, (voort)durend
170
fed up
(het) beu, (het) zat, ontevreden
171
flattering
vleiend, flatteus, geflatteerd
172
frivolous
onbelangrijk, frivool
173
handmade
handgemaakt
174
iconic
iconisch
175
one-of-a-kind
uniek
176
oversized
bovenmaats, te groot
177
plain
gewoon, simpel, effen
178
in de mode zijn
to be in vogue
179
vroegtijdig verlaten, opgeven
to drop out of something
180
verven, kleuren
to dye
181
zich inschrijven, zich opgeven
to enroll
182
opslaan, vergaren
to garner
183
razend maken
to infuriate
184
breien
to knit
185
(ver)stikken
to smother
186
kort(stondig)
brief
187
vrijetijds-, gemakkelijk
casual
188
ouderwets, gedateerd
dated
189
kenmerkend, opvallend
distinctive
190
blijvend, (voort)durend
enduring
191
(het) beu, (het) zat, ontevreden
fed up
192
vleiend, flatteus, geflatteerd
flattering
193
onbelangrijk, frivool
frivolous
194
handgemaakt
handmade
195
iconisch
iconic
196
uniek
one-of-a-kind
197
bovenmaats, te groot
oversized
198
gewoon, simpel, effen
plain
199
rental
gehuurd
200
requisite
vereist
201
rigorous
streng, zorgvuldig
202
scruffy
smerig, vuil, slordig
203
smart
keurig, knap, mooi
204
timeless
tijdloos
205
ubiquitous
alomtegenwoordig
206
vintage
oud, antiek, vintage
207
wearable
draagbaar
208
gehuurd
rental
209
vereist
requisite
210
streng, zorgvuldig
rigorous
211
smerig, vuil, lsordig
scruffy
212
keurig, knap, mooi
smart
213
tijdloos
timeless
214
alomtegenwoordig
ubiquitous
215
oud, antiek, vintage
vintage
216
draagbaar
wearable