Voortplanting Flashcards

(39 cards)

1
Q

Wat is oögenese?

A

rijping eicellen in de follikels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ontstaan de secundaire geslachtskenmerken?

A
  • jongen : testosteron
  • meiden : oestrogeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doen LH en FSH bij de man?

A
  • FSH stimuleert spermatogenese in de sertolicellen
  • LH stimuleert cellen van leydig tot productie testosteron
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doet LH bij de vrouw?

A
  • aanzetten tot ovulatie
  • vorming en handhaving gele lichaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat doet FSH bij de vrouw?

A
  • bevordert follikelgroei in ovaria
  • aanzetten secretie oestradiol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat voor effecten heeft testosteron?

A
  • ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken
  • ontwikkeling zaadcellen
  • remming LH & FSH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat voor effecten heeft progesteron?

A
  • remming LH & FSH –> geen ovulatie
  • houdt zwangerschap in stand
  • houdt baarmoederslijmvlies dik en klierrijk
  • laat melkklieren in borsten ontwikkelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet HCG en hoe wordt het gevormd?

A
  • eerste weken vorming door kind daarna placenta
  • in stand houding gele lichaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

in welke periode kan bevruchting van de eicel plaatsvinden?

A

3 dagen voor de ovulatie tot een halve dag na de ovulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoelang blijft een zaadcel in leven?

A

3 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoelang kan een eicel in leven blijven?

A

slechts 12 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe werkt de bevruchting en waar vindt het plaats?

A
  1. kop van zaadcel dringt door in de eicel
  2. vorming van bevruchtingsmembraan –> andere zaadcellen kunnen hier niet doorheen

Bevruchting vindt plaats in de eileider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer spreken we van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap en wanneer kan dit plaatsvinden?

A
  • innesteling vindt buiten de baarmoeder plaats
  • kan ontstaan door een vernauwing van de eileider
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar vindt de innesteling plaats en wanneer gebeurd dit?

A
  • innestelen in wand van de baarmoeder
  • het duurt 5 dagen voordat de bevruchte embryo zich in de baarmoeder bevindt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de werking van HGC en hoe wordt het geproduceerd?

A
  • HCG houdt het gele lichaam in stand voor ongeveer 3 maanden na bevruchting
  • geproduceerd door embryo en placenta
  • (wordt gemeten in zwangerschapstesten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de rol van het gele lichaam tijdens de zwangerschap?

A

productie van progesteron –> remming van FSH –> geen nieuwe ovulatie

17
Q

Wat zijn de 3 belangrijke functies van de placenta?

A
  • UITWISSELING : door passieve diffusie
  • BESCHERMING: tegen infectie, afstoting.
    –> afgifte igG van moeder aan kind
  • PRODUCTIE: hormonen en voedingsstoffen
18
Q

Wat is aids en hoe kan je dit herkennen?

A
  • Aids ontstaat na een infectue met HIV
  • HIV verlaagt de hoeveelheid T-cellen en daarmee dus ook het immuunsysteem
  • wanneer er opportunistische infecties ontstaan is er sprake van aids
  • geen genezing
19
Q

Wat is chlamydia en hoe kan je dit herkennen / behandelen?

A
  • bacterie
  • vaak symptoomloos
  • kan onvruchtbaarheid veroorzaken
  • behandeling met antibiotica
20
Q

Wat is syfilis en hoe kan je het herkennen / behandelen?

A
  • begint met zweren, daarna verlamming en geestelijke achteruitgang
  • behandelen met antibiotica
21
Q

Wat is gonorroe en hoe kan je het herkennen / behandelen?

A
  • druiper met slijm en pus
  • pijn bij plassen
  • behandelen met antibiotica
22
Q

Hoe werkt de pil (welke hormonen en effecten)?

A
  • bevat oestrogeen en progesteron
  • zorgt voor stop ovulatie, - baarmoederhals wordt ondoordringbaar voor zaadcellen
  • er kan geen innesteling plaatsvinden
23
Q

Hoe ontstaat een eeneiige tweeling?

A
  • klompje cellen gesplitst in 2 (dus geen 2 zaadcellen!!)
  • kunnen gemeenschappelijke of aparte placenta hebben
24
Q

Hoe ontstaat een twee-eiige tweeling?

A

twee eicellen en twee zaadcellen

25
Wat is onvruchtbaarheid bij de man en hoe is het op te lossen?
- kwaliteit sperma laag --> kan komen door te strakke broeken - oplossing : kunstmatige inseminatie (KI)
26
hoe ontstaat onvruchtbaarheid bij de vrouw en hoe is het op te lossen?
- leeftijd - medicatie - genetische aanleg - hormonale problemen - oplossing : in vitro fertilisatie (IVF)
27
Wat doet oxytocine tijdens de bevalling?
- zorgt voor weeën --> samentrekken van de spieren baarmoederwand
28
Wat zijn de fases van geboorte?
- indaling - weeën - ontsluiting - persweeën --> uitdrijving - geboorte --> uitdrijving
29
Hoe werken de indaling en ontsluiting?
1. onderste deel van de baarmoederwand en baarmoederhals worden rond het hoofdje van de foetus getrokken ontsluiting 2.opening baarmoederhals wordt groter 3. vruchtvliezen breken en vruchtwater stroomt weg --> persweeën
30
Hoe ontstaat de blastula?
zygote ondergaat klievingsdelingen : delingen zonder groei
31
Hoe is de blastula opgebouwd?
- trofoblast = buitenste rand - embryonaalknop = in blastula - holle ruimte = in blastula
32
Wat zal de trofoblast uiteindelijk vormen?
--> chorion --> uitstulpingen chorion vormt placenta (8e tot 12e week)
33
Wat zal de embryoblast vormen?
- amnionholte - dooierzak - embryo
34
Wat is de functie van vruchtwater en hoe is het omsloten?
- functie = bescherming embryo en voorkomen uitdroging - omsloten door amnion = binnenste vruchtvlies
35
Hoe ziet de navelstreng eruit?
--> heeft 2 slagaders en 1 ader slagaders = voeren zuurstofarme bloed van foetus naar placenta Navelstrengader = voert het zuurstofrijke bloed naar het kind
36
Hoe vindt de bloedtoevoer van moeder naar kind plaats?
bloed blijft gescheiden en stroomt tegengesteld langs elkaar --> alcohol, nicotine, drugs kunnen ook via placenta naar kind
37
Wat zijn 2 aanpassingen in de embryonale bloedsomloop zodat de rechterkant van het hart niet zo hard hoeft te pompen (door hoge weerstand longen)?
- ductus botali / arteriosus = verbindt longslagader met aorta - ovale venster = verbindt rechter kant hart met linker kant hart
38
Hoe verandert de bloedsomloop na de geboorte?
1. navelstreng wordt afgeknipt, dus pCO2 zal gigantisch stijgen 2. het kind zal hierdoor zelf gaan ademen --> longen ontplooien 3. ovale venster en ductus botali zullen sluiten omdat de druk in de longen afgenomen is
39
Hoe werkt sluiting ovale venster?
druk in de linkerboezem is hoger geworden dan recht, de klep zal hierdoor vergroeien met de harttussenwand