VTT (FR -> NL) Flashcards
(10 cards)
1
Q
j’ai été
A
ik ben geweest
2
Q
j’ai eu
A
ik heb gehad
3
Q
je suis allé
A
ik ben gegaan
4
Q
j’ai dit
A
ik heb gezegd
5
Q
j’ai fait
A
ik heb gedaan
6
Q
je suis devenu
A
ik ben geworden
7
Q
je suis venu
A
ik ben gekomen
8
Q
j’ai vu
A
ik heb gezien
9
Q
j’ai pensé
A
ik heb gedacht
10
Q
j’ai donné
A
ik heb gegeven