W3 pt 3 Flashcards

1
Q

Ogen knipperen als reactie op naderende objecten
1. 1mnd
2. 4mnd
3. 6-7mnd
4. 9mnd

A

1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Perceptuele constantie
1. 1mnd
2. 4mnd
3. 6-7mnd
4. 9mnd

A

2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Diepte angst (niet diepteperceptie, dat is 2-4mnd)
1. 1mnd
2. 4mnd
3. 6-7mnd
4. 9mnd

A

3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Social referencing:

A

kijken naar de emotionele reacties van anderen in onbekende/nieuwe situaties om te leren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vanwege … gaat zicht achteruit op latere leeftijd.

A

Verhoogde intraoculaire druk, presbyopie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dynamische zicht afname:

A

afname zien van bewegende objecten op latere leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Contrastgevoeligheid neemt af tijdens de latere leeftijd. Dit is zicht dat

A

onderscheidende perceptie van vorm en tint bemiddeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wordt gezichtsveld smaller op oudere leeftijd?

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Herstelduur verblindende gebeurtenissen jonge volwassenen en ouderen:

A

4sec jong, 7s oud. Ook langzamere aanpassing aan donker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gevolgen zichtproblemen ouderen:

A
  1. Problemen dagelijkse activiteiten
  2. Vrijetijdsbesteding problemen (bv lezen, wandelen etc)
  3. Levenstevredenheid
  4. Mobiliteit/onafhankelijkheid (bv autorijden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

SOC model:

A

optimalisatie en compensatie inzetten om achteruitgang op latere leeftijd tegen te gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Compensatie en optimalisatie van zicht op oudere leeftijd:

A

Optimalisatie:
1. Verlichting
2. Lettergrootte
3. Contrast
Compensatie:
1. Bril, vergrootglas, etc.
2. Training in gebruik daarvan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Volgens Coupé 2017 is de groei van witte massa over het leven …

A

Een omgekeerde U-vorm. Maturatie piek = middelbare leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Volgens Coupé 2017 is de groei van grijze massa over het leven …

A

Continue levenslange afname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De auditieve drempel verhoogt vanaf …

A

30 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Visual Cliff Paradigm:

A

2-4mnd kind hartslag verandert bij zien diepte, 6-8md angstreactie. Social referencing speelt hierbij rol in gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Motorische ontwikkeling kind:

A
  1. 4-8mnd: zitten
  2. 6-10 mnd: kruipen
  3. 1jaar: lopen
  4. Individueel grote verschillen, motorische ontwikkeling stimuleert cognitie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Balans neemt af vanaf …

A

Middelbare volwassenheid. Mobiliteit veel slechter 85+ dan 70-84 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

De linkerhersenen zijn verantwoordelijk voor …

  1. Sequentiële verwerking van emotionele lading en ruimte.
  2. Tegelijktijdige verwerking van emotionele lading en ruimte.
  3. Sequentiële verwerking van taal.
  4. Tegelijktijdige verwerking van taal.
A

Linker = sequentieel, taal
Rechter = emotioneel/ruimte, tegelijktijdig

20
Q

Vanaf … maanden treedt een angstbias op.

A

8 maanden.

Overgevoeligheid voor gezichtsexpressies.

21
Q

Primitieve reflexen en overlevingsreflexen:

A

Overlevingsreflexen spreken voor zich

Primitieve reflexen hebben geen duidelijke overlevingsfunctie. Meerdere theorieën voor waarom, waaronder het idee dat ze ooit overlevingsvoordeel hadden

22
Q

(Primitieve/overlevings)reflexen verdwijnen in de eerste maanden na geboorte.

A

Primitieve

23
Q

Coelikakie

A

Glutenallergie

24
Q

Catch-up-growth:

A

inhalende groei na perioden van malnutritie of ziekte.

25
Endocrien systeem: beschrijf de onderdelen: 1. Groeihormoon 2. Activerende hormonen 3. Adrenale androgenen 4. Schildklier 5. Testikels 6. Eierstok
1. Groeihormoon: hypofyse produceert groeihormoon wat groei stimuleert. Als dit vroeg genoeg (voor puberteit) toegediend wordt kan groeiverlies ingehaald worden. 2. Activerende hormonen: andere klieren signaleren om hormonen af te geven. 3. Adrenale androgenen: spier/bot ontwikkeling, seksuele motivatie. 4. Schildklier: moeders met hypothyreodie krijgen intellectueel zwakkere kinderen. 5. Testikels: geven androgenen af. Stimuleert groeihormoon en seksuele motivatie tijdens adolescentie. Ontwikkelt mannelijk reproductief systeem prenataal. 6. Eierstok: geeft oestrogenen af. Stimuleert groeihormoon en seksuele ontwikkeling/motivatie, evenals menstruatie tijdens adolescentie. o Progesteron: ‘zwangerschapshormoon’ – reguleert vorming van vruchtbaarheid.
26
Als kinderen op latere leeftijd hypothyreodie krijgen, wat gebeurt er dan?
Geen breinschade, omdat de meeste breingroei al voorbij is. Maar fysieke groei zal drastisch dalen.
27
De vocabulaire groeispurt van peuters komt door …
Myelinisatie.
28
Myelinisatie van visuele cortex gebeurt tijdens de …
Babytijd (0-1jaar)
29
Myelinisatie van PFC gebeurt tot de …
Adolescentie.
30
Myelinisatie gaat door tot de …
Volwassen leeftijd
31
Wanneer kinderen hypothetische vragen stellen en abstracte redeneringen stellen, komt dit door …
Myelinisatie.
32
Verschillen tussen volwassenen en kinderen/adolescenten in aandachtsboog komt door …
Myelinisatie.
33
Orthogenetisch principe:
globaal naar gespecialiseerd.
34
Wat is het nadeel van de hoge plasticiteit van het kinderbrein?
Teratogenen zullen groter effect hebben. Desondanks kan het brein goed herstellen als het ook stopt tijdens de periode van hoge plasticiteit.
35
Wat gebeurt er tijdens hoge plasticiteit met beschadigde neuronen?
Andere neuronen nemen diens functie over.
36
Vanaf … jaar zijn er meetbare verschillen in breinmaterie tussen kinderen van verschillende SEC.
3 jaar
37
Wanneer is de kritische/gevoelige periode voor breinontiwkkeling?
Late prenatale periode en vroege infancy. Genen geven een ruwe blauwdruk, maar vroege ervaring determineert de architectuur van het brein.
38
Lichaamsgrootte is sterker gerelateerd aan … (genen/omgeving) in de eerste maanden na conceptie.
Omgeving.
39
Infantiele groei gebeurt … (kwalitatief/kwantitatief).
Kwalitatief. 90-95% van de dagen zijn vrij van groei, en de rest zijn plotse en snelle perioden van groei
40
Reflexen:
een pasgeboren kind heeft een aantal reflexen (niet aangeleerde onvrijwillige responsen). Dit zijn complexe en gevarieerde gedragingen. 1 Survival reflex: overlevingsfocus, zoals ademhalen, knipperen en zuigen. 2 Primitieve reflex: reflex zonder duidelijke functies. Verdwijnen maanden na geboorte.
41
Wanneer primitieve reflexen niet verdwijnen in de eerste maanden na geboorte is dit een teken voor …
Neurologische problemen.
42
Wanneer kinderen na 12 mnd nog niet door de nacht slapen (nog steeds elke 1-4 u wakker) is dit een teken van …
Aandacht en gedragsproblemen op 3-4jarige leeftijd. Kinderen die goed slapen zijn meer easygoing gedurende de dag.
43
Waarom is REM slaap zo belangrijk voor pasgeboren kinderen?
De breinontwikkeling vereist veel, en REM herstelt en helpt bij leren.
44
Wat is de typische leeftijd waarbij kinderen een voorspelbaar slaappatroon ontwikeklen?
3 maanden.
45
Tijdens de middelkindertijd (6-11j) lijken kinderen weinig te groeien, maar …
De cefalocaudale en proximodistale principes blijven doorwerken. De botten en spieren blijven groeien en de uiterste delen groeien aan.
46
Sequentiele verwerking:
stap voor stap verwerking. Analytisch beredeneren en taalverwerking.
47
Tegelijktijdige (simultaneous) verwerking:
spatiële verwerking, visuo-motor informatie, emotionele informatie.