Week 10 Flashcards

(91 cards)

1
Q

Hoe wordt obesitas bij kinderen ingedeeld?

A

Afkapgrenzen voor kinderen vanaf 2 jaar oud zijn afhankelijk van leeftijd, geslacht en etniciteit.
Obesitas graad 3= BMI>40 volw
Obesitas graad 2- BMI >35 volw
Obesitas graad 1- BMI>30 volw
Overgewicht = BMI > 25 volw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wie stelt overgewicht of obesitas vast?

A

Daarvoor opgeleide BIG-professionals en andere in een kwaliteitsregister geregistreerde professionals:
▪ een jeugdverpleegkundige,
▪ jeugdarts,
▪ huisarts,
▪ kinderarts,
▪ diëtist
▪ fysio- of oefentherapeut.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke biomedische oorzaken van obesitas zijn er?

A

-Medictie geinduceerd
-Endocrein: kleine lengte/ lengte onder TH/ lengte afbuiging
-Genetisch: vroege ernstige obesitas <5 jaar en hyperfagie
-Chronische ziekte
-Hypothalame schade: hersenschade
-Multifactorieel leefstijlfactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke comorbiditeiten kunnen optreden bij kinderen met obesitas?

A

50-90% cardiovasc risicofactor(en):
-Dyslipidemie 50%
-Glucose: DM2 0,7%, voorstadium 14%
-Lever steatosis 50%
-Slaap apnoe 14%
-Hypertensie 50%
(Gewrichtsklachten 50%, vroege puberteit, PCOS)
In dit stadium nog reversibel!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer moet een kind met obesitas naar een kinderarts verwezen worden?

A

▪ Bij ‘afwijkende’ waarden
▪ Waarden buiten het referentie gebied voor leeftijd en geslacht
▪ Glucose >5,6 mmol/l (nuchter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wordt obesitas behandeld?

A
  1. Leefstijl (GLI= gecombineerde leefstijlinterventie)
  2. Farmacotherapie
  3. Bariatrische/ metabole chirurgie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de definitie van een succesvolle behandeling van obesitas bij kinderen?

A

uitgegroeide kinderen: >5% gewichtverlies
kinderen in de groei: gewicht stabilisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de effecten van leptine?

A
  1. Vetweefsel produceert leptine
  2. Bindt aan leptine receptoren in hersenen\
  3. Minder eetlust, meer verbranding
  4. Gewichtsafname
    Bij obesitas is er leptine resistentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de aangrijpingsplekken van farmacotherapie bij obesitas?

A

-Beloningssysteem
-Hypothalamus: verzadiging
-Tragere maaglediging
-Hogere insuline gevoeligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke medicijnen zijn voor kinderen <18 goedgekeurd om obesitas te behandelen?

A

-Liraglutide (GLPR1Ra short acting): gem -5%, 26% >-10%, 12+ >60 kg
-Semaglutide (GLPR1Ra long acting): 62% >10% BMI daling, 12+ >60 kg
-MC4R agonist setmelanotide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoeveel kinderen krijgen per jaar kanker in Nl?

A

Ongeveer 600 kinderen per jaar (0,8%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke soorten tumoren komen op kinderleeftijd vooral voor?

A

Blastomen (embryonale structuren) en sarcomen (steunweefsel) (itt carcinomen bij ouderen)
- wilms tumor
- neuroblastoom
- sarcomen
- leukemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke vorm van kanker komt het vaakst voor op de kinderleeftijd?

A

ALL meest voorkomend, daarna lymfoom, daarna hersentumor
1/3 hersentumoren, 1/3 solide tumoren, 1/3 hemato-oncologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe ontstaan kindertumoren?

A
  • Genetische afwijking (mutatie/ deletie/ amplificatie)
  • Multipele hit model (Knudsen)
  • Familiair
  • Virale infecties
  • Straling
    <10% erfelijk, grootste groep onbekend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het genezingspercentage van kanker bij kinderen?

A

80%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de verdubbelingstijd van tumoren (dagen)?

A

Burkitt lymphoma 1
Chorioncarcinoom 1,5
ALL 3
Hodgkin lymphoma 4
Embryonaal carc testis 5 – 6
Coloncarcinoom 80
Longcarcinoom 90
Mammacarcinoom 100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wanneer moet je verder kijken bij een lymfeklierzwelling?

A

> 95% van de lymfeklierzwellingen zijn benigne
Wanneer dan verder kijken?
- (te) grote klier
- persisterend voor 4-6 weken
- progressief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke lymfomen komen het meest voor bij kinderen?

A

T-cel NHL 29%
Burkitt 28%
Hodgkin 28%
Grootcellig B 8%
LCAL 7%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de epidemiologie van NHL bij kinderen?

A

35 kinderen per jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de symptomen van NHL bij kinderen?

A
  • Afhankelijk van locatie
  • Bolle buik
  • Benauwdheid
  • Klieren
  • Obstructie
  • Snelgroeiend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe wordt NHL bij kinderen gediagnosticeerd?

A
  • VBB, chemie
  • Beenmerg-en lumbaalpunctie
  • Pathologie
  • Beeldvorming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe wordt NHL bij kinderen behandeld en wat zijn daarvan complicaties?

A
  • Afhankelijk van type: 4-9 mnd (B-NHL) - 2 jaar (T-NHL)
  • Nauwelijks SCT
  • Tumorlysis, infecties, alopecia, bloedingen, cardiotoxiciteit, mucositis….
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn de klachten van Hodgkin lymfoom bij kinderen?

A
  • Lymfeklierzwelling
  • Nachtzweten
  • Afvallen
  • Jeuk
  • Koorts
  • Langzamer groeiend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe wordt Hodgkin lymfoom bij kinderen gediagnosticeerd?

A
  • Lab
  • Beeldvorming
  • Pathologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Hoe wordt Hodgkin lymfoom bij kinderen behandeld en wat zijn daarvan complicaties?
- Euronet-PHL-C2 (klassiek HL) - Euronet-PHL-LP1 (niet klassiek) - Infertiliteit, secundaire maligniteiten, cardiotoxiciteit, vermoeidheid.......
26
Wat zijn de verschillen tussen NHL en HL?
NHL vs HL: -% vd leukemie: 25% vs 25% -leeftijd: alle leeftijden vs >10 jaar -duur behandeling: 4-6 maanden vooral klinisch vs 4-6 maanden vooral poliklinisch
27
Wat zijn bijwerkingen en complicaties van de behandeling van kindertumoren?
▪ Infecties: bacterieel, viraal, schimmels ▪ Gastro-intestinaal: voedingsproblemen, gewichtsverlies/adipositas, obstipatie, pancreatitis ▪ Endocrien: diabetes ▪ Osteoporose/osteonecrose ▪ Neurologisch: neuropathie, hersenbloeding/infarct, convulsies ▪ Hematologisch: anemie, thrombopenie, stollingsstoornissen ▪ Cardiaal: hypertensie, hartfalen ▪ Groeivertraging
28
Wat zijn de lange termijn effecten van behandeling van kindertumoren?
▪ 5 jaar na diagnose over naar Later poli ▪ Bij ALL: - nierfunctie - leverfunctie - cardiale functie - bewegingsapparaat - groei
29
Welke mijlpalen en reflexen worden bij 0-3 maanden behaald?
2-6 wk lachen 4-8 wk fixeren, volgen en oogcontact 2-3 mnd reactie op geluid zoek-zuigreflex asymmetrische tonische nekreflex moro-reflex grijpreflexen opstap-loopreflex galant
30
Welke mijlpalen en reflexen worden bij 3-6 mnd behaald?
3 mnd: grijpen 6 mnd: overpakken 5-6 mnd: omrollen 4-6 mnd: tractierespons axiale-verticale suspensie
31
Welke mijlpalen en reflexen worden bij 6-9 mnd behaald?
6-7 mnd: pivoteren 7-8 mnd: los zitten 7-8 mnd: tijgeren 9 mnd: zelfstandig tot zit komen plaatsingsreactie parachutereactie
32
Welke mijlpalen en reflexen worden bij 9-12 mnd behaald?
10 mnd: kruipen 10-12 mnd: optrekken tot staan 12-18 mnd: loslopen 12 mnd: pincetgreep ..
33
Wat zijn inborn errors of metabolism?
- Enzymen - Membraan transport eiwitten - “Cofactoren” > activatoren, chaperons etc.
34
Hoe worden metabolisme stoornissen in de praktijk ingedeeld?
Obv biochemie: Aminozuurmetabolisme Koolhydraatmetabolisme Vetzuurmetabolisme Lysosomale stapelingsziekten Mitochondriale stoornissen Peroxisomale stoornissen
35
Wat is het klinisch beeld van PKU?
 Verstandelijke beperking,  Blond haar en lichte huid  Microcefalie,  Epilepsie,  Achteruitgang, Spasticiteit
36
Wat zijn de kenmerken van PKU?
- Mutaties in PAH gen - Autosomaal recessief - Deficientie phenylalanine hydroxylase, phenylalanine stapelt op (in oa de huid) en niet omgezet in tyrosine - Bij behandeling weinig klachten over
37
Hoe wordt PKU behandeld?
Phenylalanine-arm dieet en tyrosine suppletie
38
Welke stof heeft invloed op de stofwisseling van neurotransmitters?
BH4 (cofactor, tetrahydrobiopterine) invloed op omzetting phenylalanine en tryptofaan. Invloed op aanmaak neurotransmitters
39
Wat zijn de functies van de celorganellen?
ER: biosynthese van secretie-eiwitten Plasma mebraan: transport en signaaltransductie Lysosoom: afbraak van complexe suikers, glycolipiden, sterolen, glycoproteinen Golgi apparaat: glyosylering en post-translationele modificatie van eiwitten Peroxisoom: afbraak en synthese van ZLKVZ, plasmalogenen, galzuren, H2O2 Mitchondrion: ATP synthese, vetzuren, radicalen
40
Wat is mucopolysaccharidose?
- IC stapeling binnen de lysosomen (vacuolen) - Symptomen zijn het gevolg van progressieve stapeling
41
Wat is de ziekte van Zellweger?
Peroxisoom biogenese defect: gebrek aan peroxisomen in de cellen, stapeling van Zeer Lang Keten Vetzuren in het lichaam > Progressieve spierslapte, epilepsie, niercysten, skeletafwijkingen, retinitis pigmentosa, atrofie oogzenuw, hepatomegalie, doofheid, hersenaanlegsstoornissen - Vroeg begin, snel verloop en leidt vaak tot dood op jonge leeftijd. Goed te herkennen door fontanel die niet sluit
42
Wanneer moet je aan een stofwisselingsziekte denken?
1- Problemen in groei en ontwikkeling: veel spugen, voedsel weigering, ernstige onbegrepen diarree, psycho-motore achterstand, motorische klachten 2- Progressieve klachten of achteruitgang (knik in ontwikkeling) 3- Familie geschiedenis positief: meeste aandoeningen zijn AR (deels ook XL-R, soms AD); consanguine ouders? eerder overleden kinderen? 4- Opvallende bevindingen bij lichamelijk onderzoek: geur, haar, huid? 5 - Acute ontregeling / bewustzijnsdaling bij een eerder gezonde patiënt (kind) bij intercurrente infectie, ontstaan na langdurig vasten? Na eiwitrijk voedsel?
43
Hoe erft de ziekte van Menkes over?
Kinky hair disease X-gebonden recessief Koper metabolisme
44
Welke X-gebonden metabole ziekten zorgen soms voor symptomen bij draagsters?
- ziekte van Fabry - Creatine transporter defect - Adrenoleukodystrofie (X-ALD) - Ornithine Trans-Carbamylase deficiëntie (OTC)
45
Welke X-gebonden metabole ziekten zorgen niet voor symptomen bij draagsters?
- ziekte van Menkes - ziekte van Hunter (mucopolysaccharidose II) - ziekte van Lesch-Nyhan (HPRT def.) - X-linked ichthyose (steroïde sulfatase def.) - Glucose-6-P dehydrogenase (G6PD def.)
46
Welke bevindingen bij LO kunnen wijzen op een stofwisselingsziekte?
- Uiterlijke kenmerken / dysmorfieën - Microcefalie of macrocefalie - Groeistoornis/ skeletafwijkingen - Organomegalie - Verandering van uiterlijke kenmerken - Neurologische klachten:  Achterstand in ontwikkelingsmijlpalen  Hypotonie, Hypertonie  Ataxie, Dystonie, andere bewegingsstoornissen  Epilepsie
47
Welke ongewone geuren kunnen voorkomen bij stofwisselingsziekten?
 Muf / Muis-achtig > Phenylketonurie  Ahornsyroop > Maple Syrup Urine Disease, (MSUD)  Zweetvoeten > Isovaleriaanacidurie  Kool, verzuurd boter > Tyrosinemie type I  Rottende vis > Trymethylaminuria
48
Welke afwijkingen passen bij mucopolysaccharidose?
- Dysmorfie - Verandering van uiterlijk - Overbeharing - Macrocefalie - Groei/skelet afwijking - Organomegalie - Neurologische klachten
49
Wanneer ontstaan stofwisselingsziekten?
1- Vóór de geboorte > soms 2- Na de geboorte > vaak 3- Kinderleeftijd > vaak 4- Volwassen leeftijd > soms
50
Wat is hydrops foetalis?
Oedeem van minimaal 2 compartimenten: -Pleura -Pericardium -Abdomen -Huid Prevalentie: 1:2500/ 1:3500 50% mortaliteit vóór of kort na de geboorte
51
Welke erfelijke stofwisselingsziekten kunnen hydrops foetalis geven?
Lysosomale stapelingsziekten Peroxisomale ziekten
52
Hoe wordt maternale PKU ontregeling voorkomen?
Moeder 8 weken preconceptie lage Phe waarden Strenge controle via internist en begeleiding van diëtist
53
Welke ziekten kan een afwijkende omzetting van tyrosine geven?
“One gene, one enzyme”, autosomaal recessief overerving ontrafeld Alkaptonurie: geen goede afbraak Albinisme: geen omzetting in melanine Creatinisme: geen omzetting in thyroxine
54
Wat zijn de symptomen van alkaptonurie?
Toenemende rugpijn klachten, Arthrose Verkalking van het oorkraakbeen Zwarte verkleuring van de huidplooien (oorschelpen) Donkere verkleuring van de urine in de lucht
55
Wat is MCADD?
Medium-Chain Acyl-CoA Dehydrogenase Deficiëntie Tijdens vasten wordt ATP uit acetyl-CoA aangemaakt door afbraak van glycogeen en vetzuren, bij MCADD medium vetzuren (C6-10) niet afgebroken tot ATP-> geeft non-ketotische hypoglycaemie
56
Wat is glutaar acidurie type 1?
Defect Lysine en Tryptophaan metabolisme (Glutaryl-CoA-Dehydrogenase) >> Urine en plasma: hoog glutaarzuur en C5-acylcarnitinen in ACUTE FASE >>Therapie: carnitine, glucose, lage eiwit/lysine, PREVENTIE van AANVAL! >> in Hielprikscreening
57
Wat zijn de verschijnselen van glutaar acidurie type 1?
- Postnatale macrocefalie, nek hypotonie <1jaar - Aanvallen van bewegingsstoornis (dystonie) bij koorts - MRI: necrose van basale ganglia, degeneratie van de wittestof
58
Welke organen kunnen aangedaan zijn bij stofwisselingsziekten?
Allemaal, afhankelijk van het metabolisme van de weefsels
59
Hoe worden erfelijke stofwisselingsziekten gediagnosticeerd?
1. A en LO 2. Metaboliet onderzoek (urine, plasma, liquor 3. Diagnose 4. DNA test 5. Erfelijkheidsadvies en prenataal onderzoek
60
Hoe worden stofwisselongsziekten behandeld?
1. Behandeling van acute metabole decompensatie op EHBO 2. Wegvangen van toxische stoffen 3. Dieet aanpassing 4. Enzymvervangende therapie 5. Gentherapie: beenmergtransplantatie en stamceltherapie
61
Wat voor dieet aanpassingen kunnen bij stofwisselingsziekten gemaakt worden?
 Vermindering van substraten (voorkomen van toxische stoffen en/of stapeling)>> Phe-arm dieet bij PKU / Phe- en Tyr-arm dieet bij alkaptonurie  Suppletie van essentiële stoffen >> Tyrosine bij PKU  Vitaminen >> Biotine, VitB12, VitB6, VitB2 etc  Cofactoren >> tetrahydrobiopterine bij PKU
62
Wat voor preventie en erfelijkheidsadvies wordt bij stofwisselingsziekten gegeven?
1. Neonatale screening 2. Counseling vóór de zwangerschap 3. Erfelijkheidsadvies aan patiënten
63
Hoeveel stofwisselingsziekten zitten in de hielprikscreening?
18
64
Wat is de prevalentie van congenitale afwijkingen?
Major: 2-3% Minor: 7%
65
Wanneer worden welke prenatale onderzoeken gedaan?
NIPT: 11-14 wk 1e trimester SEO: 12-13 wk SEO: 18-22 wk GUO 1: 18-22 wk GUO 2: 8-40 wk Vlokkentest: 10-14 wk Vruchtwaterpunctie: 15-17 wk
66
Wat is het verschil tussen GYO 1 en 2?
GUO 1 bij high risk, GUO 2 bij verdenking afwijking foetus (diagnostiek)
67
Hoeveel van alle major congenitale afwijkingen worden met prenataal onderzoek gediagnosticeerd?
50%
68
Wat is de bijdrage van kinderobductie?
- Bevestigt in 68% de prenatale diagnose - 22% geeft toegevoegde informatie - 9% prenatale diagnose niet bevestigd - 3,8% uiteindelijke diagnose veranderd
69
In hoeverre komen echoscopie en obductie overeen?
- Goede overeenstemming voor major bevindingen - Minder goede overeenstemming voor minor bevindingen - 20-30% extra bevindingen obductie, 10% echoscopische bevindingen niet bevestigd - Afwijkingen aan hersenen of CZS hebben een hoge concordantie, hartafwijkingen een lage concordantie
70
Wat zijn vasculaire tumoren?
(90% tumor = hemangiomen) * Bij geboorte 50% hemangiomen pre-cursor lesion * Na de geboorte ontstaan/groei * Hemangioom: groei-plateau-regressie * m:v = 1:3
71
Wat zijn vaatmalformaties?
(0,3-0,5% anomalieën) * Aanwezig bij de geboorte * Proportionele groei * Geen spontane regressie * m:v = 1:1
72
Wat zijn de kenmerken van hemangiomen?
Benigne vaattumoren Incidentie: 4-10% Meer meisjes, prematuren (20-30%) en tweelingen Localisatie: * hoofd-nek 60% * romp 25% * extremiteiten 15% Solitair of multipel
73
Wat is een normaal beloop van een hemangioom?
Start na de geboorte Uniek groei patroon-> 3 fasesn 1. groei fase, disproportionele groei (6 tot 9 m) 2. stabiele fase 3. Involutie fase, spontane regressie
74
Welke soorten infantiele hemangiomen zijn er?
Patroon: focaal (meestal), multifocaal, segmenteel, intermediate Typen: oppervlakkig, diep (bv lever), gecombineerd, reticulair
75
Welke complicaties kunnen bij een hemangioom ontstaan?
25% van de in kinderen ontwikkelen complicaties Complicaties-> indicatie voor behandeling met betablokkers (atenolol)! § 1. ulceratie - bloeding - pijn § 2. functionele problemen: ogen, oren, luchtweg § 3. cosmetisch § (4. hart)
76
Waarmee zijn reticulaire hemangiomen geassocieerd?
Syndromen: - In gelaat PHACES syndroom (oa grote (hersen)vaten niet goed aangelegd), - Onderlichaam LUMBAR (SACRAL, PELVIS) syndroom
77
Wat is het PHACES syndroom?
Posterior fossa abnormalities Hemangiomas Arterial abnormalities Cardiac anomalies Eye abnormalities Sternal Cleft
78
Wat is een RICH tumor?
Rapidly involuting congenital hemangioom Benigne Bij geboorte aanwezig Livide met witte halo Milde trombocytopenie +/- stollingsproblemen en verhoogd D-dimeer
79
Wat is een tufted angioma?
Benigne Tufted: livide met halo Kan trombycytopenie geven met hypofibrinogenemie, stollingsproblemen en verhoogd D-dimeer
80
Wat is een kaposiform hemangio endothelioom?
Lokaal agressieve vattumor Kan coagulatie in tumor plaatsvinden
81
Wat is een PNET?
Primitieve neuroectodermal tumor Maligne vaattumor 1 kleur (blauwpaars), bultjes, onscherpe overgang huid en tumor itt hemangioom
82
Wat is een naevus flammeus?
Capillaire malformatie behandelen met laser, bij jonge huid vaatjes makkelijker te bereiken
83
Hoe succesvol is lasertherapie bij naevus flammeus?
Succes: bij >50% patiënten wijnvlek oplichten * Hoe kleiner de laesie, hoe beter het resultaat Risico’s * Depigmentatie en littekenvorming Uitdagingen bij kinderen * Pijnlijk gevoel van afschieten van elastiek op huid * Op jonge leeftijd moeilijk zonder narcose
84
Waarmee zijn capillaire malformaties geassocieerd?
Als in gelaat kan associatie met Sturge-Weber syndroom (hersenvaten niet goed aangelegd, epilepsie/ glaucoom)
85
Wat is Cutis Marmorata Teleangiectatica Congenita (CMTC)?
blauw paars, netwerk, soms atrofie/necrose op vertakkingen, soms overgroei of ondergroei been
86
Hoe worden lymfatische malformaties behandeld?
onderscheid maken macro-en microcysteus macrocysteus: OK-432.24 = Picibanil. Grote laesie leegspuiten en picibanil in spuiten. Bleomycine diffundeert, picibanil niet microcysteus: bleomycine kinderen onder narcose radiologische evaluatie
87
Wat zijn de kenmerken van een veneuze vaatmalformatie?
* Klachten bij afhangen * Klachten bij sporten * Toename als het warm is * Fleboliet kan ontstaan * Geen trill Flebolieten behandelen met operatie
88
Welke afwijkingen passen bij Klippel-Trenaunay syndroom?
CM + VM +/- LM + limb overgrowth
89
Wat is het Sturge-Weber syndroom?
1. Glaucoom 2. Aangeboren wijnvlek 3. Epilepsie op jonge leeftijd
90
Wat is het Proteus syndroom?
* mozaïeken verspreiding * progressief beloop * cerebriforme (hersen-achtig) bindweefsel nevus * lineaire epidermale nevus * asymmetrische disproportionele overgroei * specifieke tumoren voor 20ste jaar * ontregeld vetweefsel * long-cysten * vasculaire malformatie (CLVM)
91
Wat zijn bijkomende symptomen van vaatmalformaties?
Scoliose, macrodactylie, syndactylie Complicaties: huid, stolling, lymfoedeem-> erysipelas en ulceratie