Week 5 Flashcards

(19 cards)

1
Q

Wat is koliekpijn?

A
  • Heftige pijn rechter bovenbuik
  • Uitstraling rug/schouders
  • Duurt 30 minuten - 12 uur
  • Misselijkheid/braken
  • Bewegingsdrang
  • Vaak uitgelokt door vet eten
  • Atypische klachten bestaan ook
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen een cholecystolithiasis en een choledocholithiasis?

A

Bij een cholecystolithiasis zit de galsteen in de galblaas (taak voor chirurg).
Bij een choledocholithiasis zit de galsteen in de galwegen (taak voor MDL-arts).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de symptomen van choledocholithiasis?

A
  • Koliekpijn
  • Icterus
  • Cholangitis
  • (Biliaire) pancreatitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe is de diagnose choledocholithiasis te stellen?

A
  • Cholestase (bilirubine, AF, gGT verhoogd)
  • Soms ook verhoogde transaminasen (ALAT > ASAT)
  • Kan ook via echo abdomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

EUS en MRCP zijn wel/niet gelijkwaardig in detectie van choledocholithiasis?

A

Wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

EUS is wel/niet beter in detectie van kleine stenen of sludge

A

Wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de risicofactoren op pancreatitis?

A
  • Jonge leeftijd
  • Vrouwelijk geslacht
  • Sfincter van Oddi dysfunctie
  • Normaal bilirubine
  • Moeilijke cannulactie CBD
  • Precut sfincterotomie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ERCP is wel/niet geschikt als diagnosticum?

A

Niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer is er sprake van icterus?

A

Totaal bilirubine > 80 micromol/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer is er sprake van pathologische icterus?

A
  • Ontstaan binnen 24 uur
  • Bilirubine >220 mumol/L na 24 uur bij voldragen baby
  • Stijging met meer dan 100 mumol/L per 24 uur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is polycytemie?

A

Te veel rode bloedlichamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is G6PD?

A

Ziekte van wand van rode bloedcellen, gaan sneller kapot, veel meer in Afrika

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Op welke manieren kan een hyperbilirubinemie ontstaan?

A
  • Te veel aanbod ongeconjugeerd bilirubine
  • Te trage omzetting van bilirubine (conjugatiestoornis)
  • Te trage uitscheiding van (geconjugeerd) bilirubine = cholestase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn oorzaken van een verhoogd ongeconjugeerd bilirubine?

A
  • Verhoogd aanbod van bilirubine
  • Hemolyse (hematoom/bloeding, polycythemie, infectie, bloedgroepantagonisme, G6PD deficiëntie)
  • Onvoldoende/geen conjugatie: Gilbert, Crigler Najjar
  • Verhoogde enterohepatische kringloop (darmpassage probleem)
  • “Ondervoeding aan de borst”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de behandelingen van hyperbilirubinemie bij pasgeborene?

A
  • Fototherapie (zet bilirubine om in lumirubine)
  • Wisseltransfusie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is hetgene wat je wilt voorkomen een icterus?

A

Dat het verergert tot een kernicterus

17
Q

Wat is neoadjuvante chemotherapie?

A

Neoadjuvante chemotherapie is chemotherapie wanneer je de intentie hebt om daarna nog een andere behandeling uit te voeren.

18
Q

Wat zijn de 3 behandelmogelijkheden bij een gastric-outlet obstruction (dichtzitten van duodenum)

A
  1. Chirurgische GJ
  2. Duodenum stent
  3. Endoscopische GJ
19
Q

Wanneer treedt icterus op bij cholestase?

A

Wanneer het bilirubine 2x ULN verhoogd is.