Werkcollege 2B Flashcards
(31 cards)
Exocriene secretie
Door de afvoerbuis komen stoffen op de plaats van bestemming (klier)
Endocriene secretie
Stoffen worden afgegeven aan het bloed, het bloed brengt de stoffen/hormonen naar alle delen van het lichaam (hormoonklier)
Welke mechanismen voorkomen aantasting slokdarmmucosa en maagsapmucosa door zure maagsap?
Bicarbonaat
Slijmlaag
Meerlagig cutaan epitheel
Soms keratinisatie
Gastrine
Stimuleren van maagzuurproductie (g-cellen)
Secretine
Peptide, reguleert zuurgraad duodenum en vertering in maag (s-cellen)
CCK
Werkt in op pancreas; uitscheiden enzymen vertering
GIP
Peptidehormoon (K-cellen) en insuline pancreas
Motiline
Beweging MDK. Peptide hormoon (M-cellen)
3 fasen bolus MDK
Cefale fase
Gastrische fase
Intestinale fase
Welke organen scheiden stoffen uit tijdens cefale fase?
Speekselklieren en maagklieren
Waarom verandert de ion-samenstelling van het speeksel als de secretiesnelheid van een speekselklier toeneemt?
Na+ stijgt omdat de cellen niet voldoende tijd hebben om water te resorberen. (Uitscheidsnelheid stijgt ook)
Waarom gehalte bicarbonaat hoger bij herkauwers dan monogastrische dieren?
Door het vele herkauwen > buffer pens voor fermentatie
Waarom gehalte fosfaat hoger bij herkauwers dan monogastrische dieren?
Fosfaat stimuleert bacteriegroei, dus bij fermentatie van groter belang.
Contractiepatroon proximale deel
Van de maag
Receptieve relaxatie en adaptieve relaxatie —> elastisch reservoir = opslag.
Geregeld door ANS en slikcentrum
Contractiepatroon distale deel van de maag
Mengen/verkleinen dmv peristaltische contractiegolven. Daarna voortstuwing naar duodenum.
Geregeld door ANS en ENS
pH maagsap
1-2
Welk bestandsdeel zorgt voor lage pH-waarde maag? Welke functie heeft het?
Toename van uitwisseling H+. H+ zorgt voor zure milieu.
Doden van bacteriën, begin vertering voedsel.
Bestanddelen maagsap
H+ Water Alkalisch slijm HCl Ionen Pepsinogeen
Hoe kan maagsapsecretie al beginnen tijdens cefale fase?
Feedforward systeem
ENS en n. vagus
Prikkel geeft signaal aan parietale cel tot afgifte H+ (ACh; direct) en g-cellen tot afgifte gastrine (indirect)
Wat geeft signaal productie maagsap tijdens gastrische fase?
Rek op maagaandeel en AZ en peptiden.
Vagovagale reflex en n. vagus (parietale cellen en G-cellen)
Stimulus maagsapsecretie intestinale fase
Rek duodenum, AZ en peptiden in chymus en bloed
Vagovagale reflex (G-cellen in maag en darm; parietale cellen)
Waarom houdt intestinale fase langer aan dan gastrische fase?
Het voedsel blijft langer in duodenum zitten waardoor schoonmaak langer duurt.
Daarnaast andere vorm van gastrine die een langere halfwaardetijd heeft.
Stel je snijdt nervus vagus door. Wat gebeurt er met de productie tijdens elke fase?
Cefale fase = stopt
Gastrische en intestinale fase = vermindering; alleen stimulatie AZ en ENS
welke locatie is een predilectie plaats voor ulcers?
gastro-duodenale overgang