woordenschat Flashcards

(39 cards)

1
Q

abject

A

volkomen achterlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

abominabel

A

afschuwelijk, stuitend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

abuis

A

vergissing, in de war

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

altruïsme

A

laten bepalen wat je doet door belangen van anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ambivalent

A

tegenstrijdig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

appreciëren

A

waarderen, beoordelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

a priori

A

vooraf bekeken, van tevoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

arbitrair

A

door willekeur bepaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

contemporain

A

van die tijd, hedendaags

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

controversieel

A

omstreden, tegenspraak oproepend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

culmineren

A

zijn toppunt bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

dedain

A

minachting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

discrepantie

A

afwijking, tegenstrijdigheid, onderling verschil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

eloquent

A

welsprekend, goed verwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

empathie

A

kunnen inleven in een ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

equivalent

A

gelijkwaardig

17
Q

erudiet

A

beschikkend over een uitgebreide kennis

18
Q

gesticuleren

A

gebaren maken

19
Q

gotspe

A

brutaliteit, lef, schande

20
Q

hachelijk

A

gewaagd, gevaarlijk, zorgelijk, kritiek

21
Q

implicatie

A

het (nadelige) gevolg

22
Q

lacune

A

plaats waar iets ontbreekt

23
Q

legitiem

A

rechtmatig, wettelijk

24
Q

lethargie

A

ongeïnteresseerdheid

25
luminieus
geniaal, helder, goed bedacht
26
malicieus
spottend, boosaardig
27
minutieus
heel nauwkeurig
28
misogyn
vrouwhatend
29
mits
zolang / op voorwaarde dat / maar alleen als
30
paradox
schijnbare tegenstelling
31
pathos
overdreven bevlogenheid, gedrevenheid
32
platitude
platte opmerking
33
pragmatisch
zakelijk, effectief
34
precedent
eerdere vergelijkbare gebeurtenis waarop iemand zich kan beroepen bij een latere beslissing
35
retrospectief
terugblikkend op het verleden
36
rudimentair
nog niet ver ontwikkeld
37
significant
aanzienlijk
38
stoicijns
onverstoorbaar, onaangedaan
39
utiliseren
gebruiken, benutten