ZO3. Interpretatie ECG Flashcards

1
Q

iso-elektrische lijn

A

0 lijn, basislijn. Geen potentiaalverschil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

V1 elektrode

A

op 4e intercostaalruimte rechts naast sternum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

V2 elektrode

A

op 4e intercostaalruimte, links naast sternum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

V3 elektrode

A

In het midden van V2 en V4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

V4 elektrode

A

5e icr links, midclaviculair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

V5 elektrode

A

5e icr links, voorste axillairlijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

V6 elektrode

A

5e icr links, achterste axillairlijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

RA hypertrofie

A

te zien in afleiding V1 als een hoog positief deel van de P top/in afleiding II als een spitse P top.
- door falen RV > druk in atrium omhoog/longembolie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

LA overbelasting

A

bifasische P in de V1 afleiding
- negatieve deel moet minstens 1 mm breed en diep zijn
- tweetoppige P in afleiding I en II
- kan door hypertensie/falen LV
- P beoordelen met afleiding II, want evenwijdig aan depolarisatiefront

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

LV hypertrofie

A

uitgesproken QRS complex/S top in V1/V2 of R top in V4/V5 die meer dan 35 mm hoog zijn
of ST depressie met een negatieve afleiding in V4, 5 en/of 6

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

RV hypertroefie

A

R/S verhouding in V1 groter dan 1, in V2/V3
- negatieve T top in afleiding I/2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

beinvloeden QRS

A
  • leeftijd: voltages QRS hoger
  • adiposita: veel borstspier> lagere amplitudes
  • geslacht: vrouwen lagere amplitudes
  • geleidingsstoornissen: op basis van voltages niet altijd betrouwbaar om diagnose te stellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3 fases hartinfarct

A
  • subendocardiale ischemie
  • functieverlies en reversibele beschadiging
  • necrose

ST elevatie te zien na infarct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

septum

A

afleiding V1 en V2, anteroseptaal infarct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voorwand

A

V3, V4, V5; anterior infarct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

zijwand

A

I, aVL, V6; anterolateraal infarct

17
Q

onderwand

A

II, III en aVF, inferior infarct

18
Q

achterwand

A

spiegelbeeld V2 en V3; posterior infarct