1. Forming a foundation. Flashcards
A framework for exploring mind-brain concepts.
Wat kunnen we afleiden van de transitie van know thyself (socrates) -> choose thyself (Kierkegaard)
Tussen stimulus en respons is er de vrijheid om te kiezen.
Wat zijn moleculaire en molaire studies?
moleculair : bottem-up (objectief); molair: top-down (subjectief)
Wat is dualisme
Een voorstel van René descartes dat zegt dat brein en geest twee aparte lichaamsdelen zijn; hardware en software
Wat is monisme
Een voorstel van Skinner; een gedragstherapist die zegt dat brein en geest hetzelfde zijn.
Hoeveel neuronen heeft ons brein
vroeger werd gedacht 100 miljard, maar recentere studies tonen aan 23 miljard
Wat is het nativisme principe
we erven ons gedrag over van onze ouders en voorouders, en onze omgeving steunt dit gedrag of roept naar verandering van dit gedrag.
wat is het eenheids (unity) principe
Brein en geest zijn hetzelfde.
wat is het connectiviteits principe
Dat de link leggen tussen eerdere ondervindingen de essentie is van hoe ons brein groeit.
De conditie van deze connectiepunten bepaalt hoe goed we functioneren.
wat is het interconnectiviteits principe
dat elk identificeerbaar element in onze ervaringen met elkaar gelinkt is, sommige harder dan anderen.
wat is het controle principe
Hoe meer we als mens voelen dat we in controle zijn, hoe gelukkiger we zijn.
Nature vs Nurture: hoe wordt een personaliteit geschapen
50% is genetische aanleg, terwijl de overschot grotendeels omgeving is.
Deze omgevings invloeden komen in 2 vormen: gedeeld (ervaring voor iedereen uit het gezin/vriendekring/…) en non-gedeeld (een ervaring die jij specifiek hebt meegemaakt).
-> deze non-gedeelde invloeden zijn na genetica de belangrijkste factoren die je personaliteit schapen.
Wanneer is de invloed van je naasten/gelijken (peer group) het sterkts?
Tussen 8 en 25 jaar.
Wat gebeurd er tussen je 8 en 25 jaar met je personaliteit?
assimileren vs differentiëren
Je probeert jezelf te categoriseren tot een groep waar je je thuis voelt (muzikaal, jongen, educatief, agressief,…)
In deze periode is er altijd 1 groep uitstekend, hier probeer je jezelf zo te schapen dat de verschillen tussen jou en de groep zo miniem mogelijk zijn.
-> je gaat jezelf assimileren
Daarnaast ga je je rol in deze groep zoeken (komiek, vredemaker, leider, …)
-> je gaat jezelf differentiëren
Tot gevolg ga je jezelf afweren van andere groepjes en ga je hier een vijandige houding tegenover nemen.
Hoe ouder we worden hoe meer we de neiging hebben onze natuurlijke zelf tot boven te laten komen.
Wat wordt bedoeld met het ‘sociale module’ in het brein?
Dit deel van het brein heeft 2 modi:
- 1 voor relaties (langdurig)
- 1 voor groepen (kort durig, verandert makkelijk)
Het is zelfs zo dat je van groep kunt veranderen simpelweg door de kracht van suggestie (als iemand je een loser noemt ga je steeds vaker assimileren als een loser).
Wat zijn de 3 soorten genotype-omgeving interacties?
Passief: Het kind is een natuurlijke match met zijn omgeving (muzikaal kind geboren in een muzikaal gezin)
Evocatief: anderen reageren op het kind’s natuurlijke aanleg (school ziet muzikaal talent en moedigt dit aan)
Actief: Het kind zoekt zelf een omgeving die past tot zijn natuurlijke aanleg (muzikaal kind vraagt om op muziek-kamp te gaan)