duits Flashcards
(159 cards)
an einem Strang ziehen
op een lijn zitten, samenwerken
zeitgemäB
Van deze tijd, modern
erheblich
aanzienlijk
ausgestattet sien mit
ingericht zijn met, uitgerust zijn met
verzichten auf
afstand doen van
die Sehnsucht
het verlangen
auslösen
teweegbrengen, veroorzaken
neidisch
jaloers
vermitteln
overdragen
der Dolmetscher
de tolk
der Gipfel
de top(conferentie)
die Rede
de speech
kurzfristig
op korte termijn
erforndern
vereisen
entsprechend
passend, overeenkomstig, in evenredigheid
etwas verpassen
missen
ähnlich
net zoals, soortgelijk, lijkend op
etwas wiedergeben
vertolken, weergeven
üblich
gebruikelijk
zur Sache kommen
ter zake komen, het onderwerp aansnijden
aufgrund
op grond van, wegens
neulich
onlangs
das Autogramm
de handtekening
der Staatsanwalt
de officier van justitie