AUD B1 KT2 - audiologische hulpmiddelen Flashcards
Welke types hoortoestellen zijn er?
AHO’s > Achter het oor, de standaard.
- Liho’s > Luidspreker in het oor
IHO’s > in het oor- iho - in het oor
- cic - complete in canal
- iic - invisible in canal.
Beengeleiding- hoorbril
BCD- Bone conductive device (implantaat)
Wat valt onder de akoestische koppeling?
Oorstukjes
Dunne slang
Venting
Luidsprekers/receivers
Welke eisen stel je aan een oorstukje?
Comfortabel voor klant, cosmetisch acceptabel, hanteerbaar en het moet het hoortoestel fixeren.
Daarnaast moet het de gehoorgang voldoende afsluiten en moet je rekening houden met occlusie.
Wat doet een IROSkanaal?
Zorgt er voor dat je oorstukje zo weinig mogelijk van de gehoorgang raakt, terwijl het wel de juiste fixatie biedt. Te gebruiken bij een niet af te sluiten gehoorgang
Welke features kun je in de software vinden en aanpassen?
Frequentieverlaging
Compressie
Translatie
Versterking
Spraakoptimalisatie
Ruismaskeerder/onderdrukker
Feedbackmanaeger
MPO- maximum power output
Richtinggevoeligheid
+E2E > Ear to ear binauraal.
Welke hardware mogelijkheden heeft een hoortoestel?
Ringleiding (telefoonspoel)
Multi-microfoon
Streaming
Welke bedieningsmogelijkheden heeft een hoortoestel
MTO > Microfoon >aan<, Telefoon >luisterspoel<, Off.
VC > volume control
Programmaschakelaar
Welke verschillende accessoires zijn er?
Afstandsbedieningen
Wek- en waarschuwingsystemen
Ringleidingen
Kinbeugels
Streamingsapparatuur
Solo-apparatuur