Schema 1C2 Flashcards
Cori-cyclus
glucose wordt gebruikt door erytrocyten en omgezet naar lactaat, wat in de lever gebruikt wordt voor gluconeogense.
Lactaat dehydrogenase
Lactaat <–> pyruvaat (voor glyconeogense wordt lactaat omgezet naar pyruvaat).
HSL (hormoon sensitive lipase)
Wordt geremd door insuline, breekt TG in vet- en spierweefsel af tot glycerol en vetzuren.
glycerolkinase
Zit alleen in de lever: glycerol –> glycerol-3P voor gluconeogenese of opslag van FFA en glycerol in vet- en spierweefsel
glycerol-3P dehydrogenase
Zit in de lever: glycerol-3P –> dihydroxyacetonfosfaat wat in kan grijpen op gluconeogense.
acyl-CoA synthetase
FFA –> acyl-CoA in vet- en spierweefsel
CPT-1
Acyl-CoA transporteren naar matrix mitochondrium voor oxidatie m.b.v. carnitine. Wordt geremd door malonyl-CoA, dit wordt gevormd bij vetzuursynthese.
pyruvaat dehydrogenase
pyruvaat –> acetyl-CoA (sleutelenzym: kan dus maar een kant op).
Citraat synthase
Acetyl-CoA –> citraat voor CAC of lipogenese. Citraat kan over het dubbel membraan mitchondrium terug naar het cytosol.
acetyl-CoA carboxylase
Nadat citraat in cytosol weer omgezet is naar acetyl-CoA: acetyl-CoA –> malonyl-CoA voor lipogenese in lever
fatty acid synthase
malonyl-CoA –> Acyl-CoA in cytosol voor lipogense in lever
Acyl transferase
acyl-CoA –> TG voor lipogenese in lever, hierna voegt apoB100 zich bij TG en wordt VLDL gevormd.
Ketogense
uit 2 acetyl-CoA –> HMG-CoA –> acetoacetaat (ketonlichaam)
B-hydroxybutyraat dehydrogenase
acetoacetaat –> B-hydroxybutyraat (ketonlichaam)
B-hydroxybutyraat dehydrogenase
acetoacetaat –> B-hydroxybutyraat (ketonlichaam)