1_CZS Flashcards

1
Q

grijs

A

cellichamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

diencephalon

A

thalamus + hypothalamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hersenstam

A

midbrain
pons
medulla

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

cerebellum

A

kleine hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

achterhersenen

A

hersenstam, cerebellum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

eindhersenen

A

diencephalon
limbisch syst
groothersenen
cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

medulla

A

craniale
organen
kruisen
basale functies
hoofd
vitale functies
reflexen
nervus vagus
eerste station

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

pons

A

hersenstam-achterhersenen, boven medulla
doorschakelstation
noradrenaline
brug cerebellum + hersenen
-superior olive
-locus coeruleus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

superior olive

A

pons
doorschakelstation info oren -> hersenen
auditorische zenuwbanen passeren langs daar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

locus coeruleus

A

pons
NT kern => noradrenaline! -> regulatie circuits
arousal-stress-paniek
regulatie trade-off exploreren/exploiteren
adaptief gedrag, bv voedsel (nieuwe mogelijkheden of bij oude manier blijven)
“globale gedragsreg.functies–vaak met NT-syst, globale rol” “noradr -> andere delen beïnvl)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

exploiteren

A

vindt gunstige situatie -> in toestand blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

exploreren

A

bv gedaan met eten -> gedrag omvormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

middenhersenen
midbrain (?)

A

ORIENTATIE door LICHT & GELUID
DOPAMINE
tectum-superieure & inferieure colliculi
tectum : SENSORISCH
tegmentum
reflexmatig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

superieur

A

visueel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

inferieur

A

auditief
basaal, nog niet echt verwerking
eerder oriëntatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

tegmentum

A

dopaminerge NT (zie Parkinson)
beloning
motoriek
executief functioneren
dop kernen: ventraal tegmentaal gebied (mesolimbisch + mesocorticaal) + substantia nigra (naar basale ganglia)
ook motorische oriëntatiereacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

RAS

A

door (3 delen!) hersenstam
NT kernen: RAPHE NUCLEI
versch plaatsen
serotonine
gemoed, arousal, algemene aandacht, slaap-waakcyclus, depressie,…

18
Q

cerebellum/achterhersenen

A

precisie & coördinatie/vloeiendheid van motoriek
weinig begrepen
bv. neus aanraken, bal vangen, veter
mentale ROTATIE (ook cognitief), mentaal VERBEELDEN
dus vloeiendheid + coördinatie van mentale processen (laterale delen)
DCD (ook moeite lezen, rekenen..)
* plastisch (???)
voorbeeld miereneter <-> laborat
voorspellingen: mentale processen w met elkaar gecoördineerd
forward models
motorcommando-duplicaat-voorspellen/vergelijken
reden jezelf niet kan kietelen (geen mismatch (?))

19
Q

eindhersenen
diencephalon

A

thalamus + hypothalamus
zie tekening kleurtjes slides

20
Q

hypothalamus

A

eronder (let op)
evenwicht, homeostase (vocht enz.)
signaleren, => gedrag in gang zetten
hormonale syst (seksueel, vecht vlucht)
primaire reacties + cognitief gedrag (jas halen)

21
Q

thalamus
opletten: deze vergeet ik functie altijd

A

stuk sensorisch syst, toegangspoort cortex
doorschakelen sensorisch NAAR cortex
motorisch UIT cortex (zie ook link tectum, tegmentum)
wat in groothersenen terechtkomt: al gesplitst in 2 aspecten : LGN: PVL & MGL
MGN: orangisatie autiditieve input
weer doorschakelstation
voorbereidend werk

22
Q

LGN

A

laterale geniculate nucleus
visueel syst: laag met..
-grote cellen: magnocellulair (licht)
-kleine cellen: parvocellulair (kleur)
complementair
LGN zorgt voor organisatie van visuele input

23
Q

MGN

A

medial geniculate nucleus
organisatie van AUDITIEVE input!!
zie link superieure & inferieure colliculi

24
Q

Basale ganglia

A

Belangrijk SUBCORTICAAL systeem!
verzamelnaam verschillende kernen
subsystemen (caudate nucleus, putamen, globus pallidus, substantia nigra * zie link tegmentum) = gereguleerd door dopamine
FUNCTIONEEL onderscheid
cognitieve, motorische controle, (beloningsgericht) leren
Parkinson: dopamine TOEDIENEN
zie link: weinig beweging, trillen, denk over na -> als stimuleren => wilt beloning => opwekken executief functioneren
risico gokken, hyperseksueel gedrag wanneer teveel
(verslaving)
DEEP BRAIN stimulation: elektrodes

25
Q

Limbisch syst

A

INTEGRATIE emotie-gerelateerde informatie
te maken met beloning maar meer gevoelsSYST
tot stand komen, reguleren emoties, stellen van emotiegerelateerde handelingen
amygdala = belangrijkste kern
FUNCTIONEEL samenhangen (anterieus cing cortex, hippocampus, thalamus..)
samenwerking, circuit
ook serotonine
*sensorisch (thalamus): bv bedreigend dier
*automatische vreesreacties (hypothalamus & amygdala), bv. amygdala activeren, hypoth mee in gang zetten van reactie, meter uit balans = paniek)
*geheugen (hippocampus): wat heb ik vroeger gedaan
*selectie van aangepaste reacties (cingulate cortex): gepast gedrag bv in hol kruipen
*etc..
SEROTONINE

26
Q

cerebrale cortex
(grote hersenen)

A

let op verschil temporaal & frontale lob

27
Q

sulci/groeven

A

onderscheiden lobben
centrale sulcus (Rolandische sulcus) : pariëtaal + frontaal
OF SOMATOSENSORISCH van MOTORISCH
let op: motorisch ligt voor somatosensorisch
*“bv welke, een teveel nr voren, achter, juiste plek”
Laterale fissure (Sylvische fissure) (zie ook zijkant): temporaal + frontaal
GEEN tussen pariëtaal & occipitaal
Longitudinale fissure: 2 hemisferen => zijn niet gelijk

28
Q

gyri/windingen

A

bedoeling s + g = meer weefsel
specifieke patronen van sulci bij alle mensen!
proces is niet volledig toevallig, maar ook genetisch aangestuurd!! (?) (
hoe zit dit bij functionele van Brodmann?)
buiten = grijze stof/cellich: 100 miljard neuronen
1,5 kg
2500 vierkante cm
eronder witte stof: dendr, ax => myeline

29
Q

Brodmann gebieden: cytoarchitectonische gebieden

A

doorsnede grijze stof
2-4 mm, georganiseerd in 6 tal cellagen
van buitenaf lijken die hetzelfde maar..
is geen homogene massa! er zit differentiatie in
verschillende lobben maar niet zo dat weefsel in alle lobben zelfde
versch reactie kleuring: alle hersengebieden versch samenstelling
FUNCTIONEEL ondersch 47 Brodmann gebieden
geordend bij elkaar
GEEN 1 op 1 mapping, niet zo dat alle neuronen in hetzelfde gebied dezelfde functie hebben!!! er is nog differentatie
overlap
*fissuren enz eerder anatomisch, dit functioneel?
gn op functionele ondersch
wat toont dit nu aan, dat er een overlap is qua functies?
“preciezer beeld”
“allemaal andere samenstelling dus wss ook verschillende functie”
zie onderscheid primaire sensor, assoc, primaire motorische cortex
zelfde cijfer. = zelfde cytoarchit samenstelling
*bedenking: je ziet op tekening dat bv door sulci gescheiden wordt, maar blijkbaar toch enigszins overlap

30
Q

! Primaire Sensorische Gebieden !

A
  1. systematische mapping buitenwereld (bv auditieve info mappen op auditieve cortex)
  2. verstoring ifv organisme (belangrijkste info gaat meest corticale info innemen)
  3. omkeringen (bv motorisch: rechtse hemisfeer stuurt linkerdeel lichaam aan, of boven onder omkering)

! MAPPING: één map voor de twee ogen. wat dicht bij elkaar ligt in de retina, komt dicht bij elkaar in de cortex !

31
Q

visuele cortex

A
  • van retina naar hersenen
    passeer langs de laterale geniculate nucleus!
    -> linkerdeel visuele veld nr rechterhemisfeer
    nasale deel (links) => RECHTERhemisfeer (optisch chiasme)
    buitenste deel (links) => ipsilateraal LINKERhemisfeer
    -> binnenkanten = contralaterale hemisfeer
    -> zijkant = ipsilaterale hemisfeer
    maar dus wel gemapped tot één corticaal beeld <-> linkse deel binnenkant linkeroog (rechterhemisfeer), buitenkant rechteroog
    zie tekening!
    binnenkant ogen naar andere kant van de hersenen gestuurd

-RETINOtopische organisatie
CALCARINE SULCUS: onderste deel visuele veld wordt bovenaan de calcarine sulcus afgebeeld
-centrale deel gezichtsveld achteraan (linkerdeel naar rechterhemisfeer)
-periferie meer anterieur
-boven -> onder
-LH en RH ifv fovea (centrum)
-boven-onder & links-rechtsomkering
-! renitopische organisatie/mapping ! : wat dichtst bij fovea -> posterieur vs periferie anterieur
de plaatsen dichter bij elkaar op de retina, ook dichter in cortex bij elkaar
donkerrode fovea 1/18 linker visuele veld <-> 1/2 van visuele cortex!
er is een verstoring/uitvergroting van foveale informatie

Quadronopsie, Hemianopsie, Scotoom, far left peripheral visual field deficit
zie cursus p. 26

32
Q

auditieve cortex

A
  • van cochlea naar hersenen
    trilhaartjes DICHTST bij trommelvlies - HOGE tonen
    verder af - lage tonen
    ZOWEL contralateraal als ipsilateraal
    wat in 1 oor binnenkomt => nr de 2 hemisferen gestuurd
    (verschil met ogen = enkel 1 vd twee)
    *maar: welke is anterieur of posterieur? zie examenvraag
  • TONOtopische organisatie = mappen ifv de toonhoogte
    ! dichtbij auditieve cortex gebieden die spraak HERKENNEN !
    LH en RH verschillen in auditieve cortex
    planum temporale - Wernick - groter in de LINKER hemisfeer
    De toonhoogte is bepalend voor de maniere waarop info wordt geprojecteerd op de auditieve cortex.
    Examenvraag: hoogste tonen posterieur en lage anterieur
    zie tekening slide: er is een primaire en secundaire motorische cortex!! let op dus
33
Q

olfactorische en gustatorische cortex

A

weinig over geweten, minder goed geweten hoe gemapped, weinig ruimte voorzien
beide snel projecties nr limbisch syst ZONDER nr cortex
eerste projecties geur: olfactorisch
smaak: INSULA - orbitofrontaal
1 tot 2 stappen aan amygdala
hippocampus
gelijkaardig georganiseerd

34
Q

somatosensorische cortex: SOMATOtopische organisatie

A

tastzin, proprioceptie
spieren gewrichten huid
uitvergroting gevoeligste delen
bv mond vingers veel corticale opp
links rechtsomkering EN boven-onderomkering
hoofd onderaan - voeten bovenaan
verschillende banden, bv spieren één band
syst georgan
achter centrale gyrus: POSTCENTRALE gyrus - primaire MOTORISCHE cortex
beschadiging: geen verlies gevoel wel verminderd ONDERSCHEIDEN + KWALITEITSverlies (tweepuntsdiscriminatie)
fantoompijn bv hand - gezicht dicht bij elkaar
weefsel verdwijnt niet maar op andere manier gebruikt
deel overnemen
prikkelen via gezicht

35
Q

Primaire motorische gebied

A

voor somatosensorische gebieden
anterieur aan centrale sulcus
zelfde manier georganiseerd (maar gescheiden van elkaar)
uitvergroting
ZAL DUS GEEN LANGE WEG MOETEN AFLEGGEN <-> informatieverlies

36
Q

Associatieve gebieden
-frontale lob
-pariëtale lob
-temporale lob

A

alles wat niet sensorisch of motorisch is

37
Q

frontale lob

A

orbit, dorsolat, mediaal
prefrontale cortex = ASSOCIATIEF van aard!!!!
executieve functies
wat ga ik doen vandaag, hoe, complexe processen
plannen, aansturen gedrag
Schade:
x organisatie & controle gedrag (ACC, DLPFC)
x oordelen en beslissen (ACC)
acc = anterieur cingulate cortex
x emotioneel functioneren (OFC)
x geheugenfuncties (DLPFC)
x modulatie gedrag (PSYCHOLOGISCHE INERTIE)
*Phineas Gage

38
Q

pariëtale lob

A

centrale sulcus
-inferieur parietale (zijkant)
*posterieur: angulaire gyrus
*anterieur: supramarginale gyrus
-superieur (bovenkant) parietale lobule
-> gescheiden door intrapariëtale sulcus
zie tekening met kleurtjes, *examenvraag
multimodale INTEGRATIE (versch sensorische gebieden)
zie versch informatie associëren
bv horen, zien, spreken, koppelen geheugen
herkenning, aansturen bv iets grijpen in buitenwereld
koppeling externe vs interne toestand via spatiale aandacht (bv fles nr mond want dorst) = viseomotorische controle
schade: agrafie, alexie, apraxie, dyscalc, visuomot (vastnemen, gebruiken,) hemineglect (aandacht qua spatiaal niveau bv linkerkant), numerotopie

39
Q

temporale lob

A

?
hippocampus, amygdala
locatie hippocampus helemaal vooraan??
specifieke gebieden die instaan voor:
objectherkenning (IT)
gezichtsherkenning (FFA)
visuele/auditieve agnosie
emotionele verwerking (amygdala) (geef term in in SV om te snappen)
sociaal: empathie, perspectief (STS)
auditieve verwerking
schade: vaak visuele of auditieve AGNOSIE
merk op: geur niet vermeld ?

40
Q

witte stof banen

A

witte stof ..
dendrieten axonen
taken uitvoeren
georgan in zenuwbanen
bundel zenuwbanen die LH en RH met elkaar verbindt
verbindingen anterieur tot posterieur
“connecties nr. superieur enz.” ?
kwaliteit van connecties = bepalend voor functioneren in mentale taken
bv. onderste connectie = bepalend voor hoe goed iemand kan hoofdrekenen (inferieur longitudinale fasciculus)
tekening corpus callosum maar niet in cursus?