2.2 Pharynx tot colon - Sciot Flashcards
Hoe is de pharynx fysiologisch opgebouwd?
Nasopharynx (respiratoir), oro- en laryngopharynx (meerlagig plaveisel) met tonsillair weefsel, muceuze en seromuceuze klieren.
Inwendige longitudinale en uitwendige schuine/circulaire dwarsgestreepte spierlaag.
Hoe is de slokdarm fysiologisch opgebouwd?
- Epitheel: meerlagig niet-verhoornd plaveisel (Z-lijn)
- Lamina propria: losmazig bindweefsel, niet celrijk, veel lymfocyten
- Muscularis mucosae: niet boven, dikker onder
- Submucosa: dens bindweefsel, weinig lymfocytinfiltratie
- Muscularis externa: binnen circulair, buiten longitudinaal
- Adventitia: losmazig bindweefsel (tussen diafragma en maag: serosa)
- > oesophagale cardiaklieren (LP): vertakte tubuleuze muceuze klieren
- > echte oesophagusklieren (SM): vertakte tubulo-acineuze muceuze klieren
Hoe is de maag fysiologisch opgebouwd?
- Epitheel: éénlagig cilindrische slijmnapcellen (tight junctions)
- Lamina propria: losmazig bindweefsel, bloedcapillairen, spiertjes van Brücke
- Muscularis mucosae: binnen circulair, buiten longitudinaal (+ circulair)
- Submucosa: dens bindweefsel, veneuze plexi, zenuwen, bloed- en lymfevaten
- Muscularis externa: binnen schuin, midden circulair, buiten overlangs
- Serosa: losmazig bindweefsel met mesotheelcellen
Welke klieren vind je in de maag terug?
Cardiaklieren: enkelvoudig tubuleuze muceuze klieren (endocriene, pariëtale cellen)
Fundusklieren: enkelvoudig rechtlijnige tubuleuze klieren
- muceuze cellen (hals): zure mucus
- zymogeencellen (lichaam): kubisch-cilindrisch, pepsinogeen, lipase
- pariëtale cellen (midden): rond-piramidaal, HCl en IF
- endocriene cellen (bodem): diverse hormonen
Pylorusklieren: enkelvoudig vertakte tubuleuze muceuze klieren (endocriene cellen)
Hoe is de dunne darm fysiologisch opgebouwd?
Epitheel: eenlagig cilindrisch met lymfocyten
- villi: enterocyten, slijmbekercellen, entero-endocriene cellen
- crypten: basale vervangcellen, enterocyten, slijmbekercellen, Paneth-cellen
Lamina propria: losmazig bindweefsel, chylvat, capillairen
Muscularis mucosae: binnen circulair, buiten longitudinaal
Submucosa: dens bindweefsel, klieren Brünner (dd), zenuwen, ganglioncellen, bloed- en lymfevaten
Muscularis externa: binnen circulair, buiten longitudinaal
Serosa: losmazig bindweefsel met mesotheel (niet deel dd)
Wat zijn de regionale verschillen in de dunne darm?
Duodenum: - klieren van Brünner (SM): alkalische stof, enterokinase, GF, enzymen - papilla van Vater, veel villi - ondiepe plicae circulares Jejunum: - intermediair aantal slijmbekercellen - veel plicae circulares en villi Ileum: - platen van Peyer (M): M-cellen, lymfo-epitheliaal weefsel - veel slijmbekercellen
Hoe is de colon fysiologisch opgebouwd?
- Epitheel: absorptie-, slijmbeker-, basale vervang- en endocriene cellen
- Lamina propria: losmazig bindweefsel, chylvat, capillairen en lymfocyten
- Muscularis mucosae: binnen circulair, buiten longitudinaal
- Submucosa: zenuwen, bloedvaten, lokale vetophoping
- Muscularis externa: binnen circulair, buiten longitudinaal (3 taeniae coli)
- Serosa: bedekt transversum en sigmoideum, appendices epiploicae
Hoe zijn het rectum, het anaal kanaal en de appendix fysiologisch opgebouwd?
Rectum: plicae transversales, veel klieren, doorlopende muscularis externa
Anaal kanaal: columnae rectales van Morgagni (sinus rectales), meerlagig niet-verhoornd plaveisel, hemorrhoïdale plexi
Appendix: absorptie-, slijmbeker-, basale vervang-, Paneth- en endocriene cellen, rijk aan lymfoïd weefsel
In welke mate spelen onze flora een rol in onze afweer?
Functies: metabolisatie en voorkomen kolonisatie pathogene micro-organismen door vasthechting glycocalix epitheel.
Afweer- of verdedingsmechanismen:
- specifiek: GALT (lymfocyten, epitheelcellen, reticulumcellen)
- niet-specifiek: peristaltiek, secretie, selectief permeabel membraan
Wat zijn het buikvlies, de serosa, het mesenterium en het omentum?
Peritoneum of buikvlies: losmazig bindweefsel met éénlagig plaveiselepitheel (pariëtaal en visceraal)
Meso (2 bladen peritoneum komen samen): centrale bindweefselas met mesotheel
- omentum minus: dorsaal
- omentum majus: ventraal (schort met vetweefsel)