3 - 1 temperatuursverloop in de wand Flashcards

1
Q

Waarom worden warmtebeelden gemaakt?

A

Zo kan men het warmteverlies van een gebouw in kaart brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaraan is de temperatuur van de buitenkant van een huis gerelateerd?

A
  • de temperatuur binnen
  • de temperatuur buiten
  • de isolatiewaarde van de afscheiding tussen binnen en buiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke temperatuurverschillen merk je tussen een niet-geïsoleerde spouwmuur en een geïsoleerde spouwmuur?

A

De temperatuur bij de slecht geïsoleerde muur is binnen kouder en buiten warmer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een warmtebeeldcamera?

A

Een warmtebeeldcamera is een camera die niet naar het zichtbare licht kijkt, maar naar infrarood straling. Hierdoor zit de camera niet wat de kleur van iets is, maar wat de temperatuur is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe warmer het oppervlak buiten, hoe…

A

… meer warmte er naar buiten lekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe kouder het oppervlak binnen, hoe…

A

… meer warmte er weg lekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke temperaturen zijn nodig om de isolatiewaarde te bepalen?

A
  • temperatuur van de lucht binnen
  • temperatuur van de lucht buiten
  • oppervlaktetemperatuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar moeten de luchttemperatuur binnen en buiten gemeten worden en waarom?

A

Omdat deze lokaal variëren is het beter om deze temperaturen zo dicht mogelijk bij het oppervlak op te meten. Echter niet direct op het oppervlak, want hier koelt de lucht naar buiten toe af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar wordt de temperatuur van de lucht binnen gemeten?

A

Objecten die niet actief opgewarmd worden nemen de omgevingstemperatuur aan.
Er kan ook gekeken worden naar de temperatuur van een binnenmuur of een plafond/vloer als de andere kant daarvan dezelfde temperatuur heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke temperatuur geldt wanneer meerdere temperaturen waargenomen worden?

A

Als de temperatuur recent gestegen is of constant is, dan is de hoogste temperatuur correct.
Als de temperatuur recent gedaald i, dan is de laagste temperatuur correct.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarmee moet men rekening houden bij het bepalen van de temperatuur van de lucht buiten?

A

Men moet rekening houden met de gereflecteerde temperatuur: tenzij het dicht bewolkt is, koelen oppervlakten buiten namelijk af tot onder de omgevingstemperatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kan de buitentemperatuur bepaald worden?

A

Je kan gebruik maken van de meetgegevens van het dichtstbijzijnde KNMI meetstation.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Met welke zeven valkuilen moet men rekening houden bij het interpreteren van warmtebeelden?

A
  • schaal
  • vocht
  • wind
  • thermische massa
  • reflecties
  • beschuttende objecten
  • hoeken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leg uit waarom de schaal een valkuil is.

A

De schaal is niet op alle beelden hetzelfde, doordat het temperatuursbereik anders is.
Dit wordt automatisch aangepast aan de gemeten temperatuur voor het maximale contrast.
Men moet opletten met hemelgewelven en schoorstenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Leg uit waarom reflecties een valkuil zijn.

A

Sommige materialen, nl. glanzende en gepolijste materialen, reflecteren infrarood straling. De gemeten temperatuur bestaat dan uit zowel de temperatuur van het object als de gereflecteerde temperatuur. Het is vergelijkbaar met de mate waarin zichtbaar licht gereflecteerd wordt.
Bij glas wordt zichtbaar licht doorgelaten, maar infrarood niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de vier meest voorkomende infrarood-reflecterende materialen?

A
  • metalen (als ze onbehandeld zijn, anders afhankelijk van de behandeling, roestig ijzer/staal reflecteert slecht)
  • glas
  • hoogglansverf (afhankelijk van de glans van de verf)
  • gepolijste natuursteen
17
Q

Leg uit waarom hoeken een valkuil zijn.

A

In hoeken is het meestal iets warmer dan in grotere oppervlakten. Dit heeft te maken met de extra beschutting, minder uitstraling / meer instraling en meer thermische massa per oppervlak.
Uitstekende hoeken koelen sneller en meer af.

18
Q

Leg uit waarom vocht een valkuil is.

A

De emissiviteit van een object kan veranderen door vocht. Hierdoor verandert de schijnbare temperatuur. Ook de werkelijke temperatuur kan veranderen door een hoge warmtecapaciteit en door verdamping of condensatie.

19
Q

Leg uit waarom beschuttende objecten een valkuil vormen.

A

Beschuttende elementen zorgen ervoor dat de warme minder snel weg trekt door minder uitstraling, beschutting van de wind en de isolerende werking.

20
Q

Leg uit waarom wind een valkuil is.

A

Wind maakt warmtebeelden onduidelijk. Door een te sterke wind koelt een huis aan de buitenkant sneller af en daarmee ook de warmteplekken die een warmtelek aanduiden.
Wind kan ook het effect van beschutting vergroten.
Wind kan ook tocht omdraaien.

21
Q

Leg uit waarom thermische massa een valkuil is.

A

Alles heeft thermische massa, alles houdt een bepaalde hoeveelheid warmte vast. Dit is verschillende bij elk materiaal, niet alles koelt even snel af of warmt even snel op.
Dit kan van invloed zijn, omdat de buitenkant van een huis nog aan het afkoelen is.

22
Q

Hoe kan de valkuil thermische massa voorkomen worden?

A

Dit wordt voorkomen door ruim van tevoren te beginnen met verwarmen, maar als de buitentemperatuur gedurende de dag sterk varieert of de zon een muur opwarmt, kan dit van invloed zijn.

23
Q

Wat zijn drie veel voorkomende observaties?

A
  • ramen
  • tocht
  • verborgen constructies
24
Q

Hoe moeten ramen geïnterpreteerd worden?

A

Ramen reflecteren, maar laten geen infrarood door. Ramen zijn spiegels voor infrarood en het is onmogelijk hier met een warmtebeeldcamera doorheen te kijken.
Buiten is de temperatuur hoger dan hij lijkt en binnen is de temperatuur lager dan hij lijkt.

25
Q

Hoe moet buitenschrijnwerk geïnterpreteerd worden?

A

Standaard bij dubbel glas is een koudebrug aan de rand waar de metalen strip tussen de twee lagen glas zit.
Scharnieren zijn warmer doordat metaal beter geleidt dan het houten kozijn.

26
Q

Hoe moet tocht geïnterpreteerd worden?

A

Tocht is duidelijk zichtbaar op warmtebeelden: als warmte aan de buitenkant en als koude aan de binnenkant.

Tocht die van binnen naar buiten gaat, is binnen praktisch niet te detecteren, omdat er binnen altijd temperatuurvariaties zijn. Buiten is het mogelijk om dit te detecteren doordat het gebouw aan de buitenkant opwarmt.

Binnen is het meteen duidelijk dat er koude lucht naar binnenkomt, doordat oppervlakken lokaal soms tot bijna de buitentemperatuur afkoelen.

27
Q

Welke soorten tocht bestaan er?

A
  • tocht die door koude lucht die naar binnen komt (meest voorkomend)
  • tocht die door warme lucht naar buiten komt
28
Q

Hoe moeten niet-zichtbare constructie-elementen geïnterpreteerd worden?

A

Materialen hebben verschillende warmtegeleidingscoëfficiënten.

29
Q

Wat is infrarood?

A

Infrarood is het licht wat voorbij het rood ligt.

30
Q

Wat is emissie?

A

De emissiviteit is de mate waarin een oppervalk infrarood straling absorbeert en uitstraalt.

31
Q

Wat is transmissie?

A

Transmissie is de straling van achter het meetobject die door het object heen straalt.

32
Q

Wat is reflectie?

A

Reflectie is de straling uit de omgeving gereflecteerd door het meetobject.

33
Q

Uit welke drie delen bestaat de stralingsintensiteit van een meetobject?

A
  • emissiviteit
  • transmissie
  • reflectie
34
Q

Hoe werkt een infrarood-camera?

A

Alles straalt infraroodstraling uit. De hoeveelheid infraroodstraling en de golflengte hiervan is afhankelijk van de temperatuur van het object en zijn emissiviteit.

35
Q

Waarvan is de mate van reflecteren van infraroodstraling afhankelijk?

A

het spiegelend vermogen van het voorwerp

36
Q

Wat is het probleem met een lage emissie?

A

Als de emissiviteit laag is, straalt het object zelf weinig uit, maar reflecteert het de warmtestraling van de omgeving. Hierdoor bestaat de gemeten temperatuur voor een groot deel uit de temperatuur van de omgeving die gereflecteerd wordt en in mindere mate uit de temperatuur van het object.

37
Q

Wat is straling?

A

straling = transmissie + reflectie + emissie
Transmissie is een zeldzaam dus:
straling = reflectie + emissie
als de emissiviteit van een object > 0.90 dan mag reflectie verwaarloosd worden dus:
straling = emissie

38
Q

Geef een toepassing van warmtebeelden.

A

De brandweer gebruikt deze camera’s omdat met een infraroodcamera door de rook heen kan gekeken worden. Deze is in meer of mindere mate infrarood transparant.