4. Seksuele geaardheid Flashcards

1
Q

Wat is het verschil tussen de essentialisten en de sociaal-constructivisten?

A

Essentialisten: homoseksualiteit is een tijdloze en aangeboren essentie.
Sociaal-constructivisten: homoseksualiteit is een veranderlijke en contingente sociale constructie.
≈ discussie tussen harde en zachte wetenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat was Freud zijn mening over homoseksualiteit?

A

Verschillende en tegengestelde meningen:
- Homoseksualiteit is een ziekte. Homoseksualiteit is niet langer een ziekte.
- Homoseksualiteit ontwortelt als drift uit onze biologie. Homoseksualiteit heeft psychologische verklaringen.
(seksuele ziekte volgens Freud obv. exclusiviteit: ook heteroseksualiteit?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekent het wanneer een opdeling niet natuurlijk is?

A

Wanneer de opdeling weinig of niet overeenstemt met de ordening in de natuur zelf, is er weinig tot geen aanleiding tot die classificaties. Wetenschappelijke classificaties geven wel de indruk natuurlijk te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn natural kinds?

A

= Groep van individuen, organismen of entiteiten is een natural kind wanneer…

  • De groep van nature homogeen en begrensd is.
  • De eigenschappen die alle en enkel de leden hebben natuurlijk, vast en intern zijn.
  • De leden onverschillig zijn tov. wat mensen over hun denken en zeggen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het typologisch denken?

A

= Het denken over levende soorten als natural kinds.
Tweewerelden-theorie (Plato): type is reëel en variatie is illusioneel -> cutting nature at the joints om types of ideeën verscholen achter de geobserveerde waarheid te vinden
- levende soorten: eeuwig en overanderlijk (essentie)
- individuen: vergankelijk, tijdelijk drager van eeuwige type

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het populatiedenken?

A

= Het type of idee is een abstractie en enkel de variatie is reëel.
(Ernst Mayr: exact tegengestelde typologisch denken)
Darwin: soorten ontstaan en zijn voortdurend in beweging
- Levende soorten zijn geen natural kinds: ze hebben geen gemeenschappelijke essentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Illustreer de alomtegenwoordigheid van variatie in de levende wereld.

A

Seksueel dismorfisme: man en vrouw
Fenotypische plasticiteit: vermogen genotype om verschillende fenotypes te produceren in bepaalde omgevingen
Bloedgroepen: ABO-bloedsysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beargumenteer volgende stelling: homoseksuelen zijn geen natural kinds.

A

1) homogeen en begrensd: Alfred Kinsley, dierlijke homoseksualiteit (verlangen en voorkeur), sex history
2) alle en enkel leden: INAH-3, Xq28, birth order effect (Michael Bailey)
3) onverschillig: interactieve soort (Ian Hacking), looping effect (zie schizofrenie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bespreek het wat, hoe en wanneer van het sociaalconstructivisme.

A

Wat: homoseksuele identiteit = constructie moderne tijd
Hoe en wanneer (18-19E, West-Europa): kapitalisme en psychiatrie (Foucault)
- Tegenargument 1: moderne vorm bevat nog elementen van vroegere homoseksulateit.
- Tegenargument 2: verschillende vormen binnen bepaalde historische periode (essentialisme).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly