6. Water en elektrolieten - Boeckxstaens Flashcards
Wat is het verschil in absorptie en secretie tussen de dunne en de dikke darm?
Dunne darm: max. absorptiecapaciteit 15-20l/dag
- absorptie water, natrium, chloride en kalium
- secretie bicarbonaat
Dikke darm: max. absorptiecapaciteit 4-5l/dag
- absorptie water, natrium en chloride
- secretie bicarbonaat en kalium
Bespreek de natrium opnamemechanismen in de dunne en dikke darm.
Duodenum: Na/H exchanger
Jejunum: Na/H exchanger, Na/glucose en Na/AZ transporter
Ileum: Na/H exchanger, Na/glucose en Na/AZ transporter
Dikke darm: Na/H exchanger en ENaC
Bespreek de chloride secretiemechanismen in de dunne en dikke darm.
- > in de crypten (stimulatie door Ach en andere NT)
- > toegenomen bij diarrhee, enterotoxines, histamine en laxativen
Geef enkele voorbeelden van secretagogues.
- Bacteriële exotoxines: enterotoxine E. coli (constipatie)
- Hormonen en NT: VIPoma, carcinoïd syndroom
- Producten van immuuncellen: histamine
- Laxativen: galzouten
Bespreek de kalium transportmechanismen in de dunne en dikke darm.
Absorptie via solvent drag (volgt passief water flow)
- vooral in dunne darm
Secretie actief (aldosterone, cAMP, Ca) en passief
- vooral in dikke darm
- draagt bij tot K depletie bij diarrhee
Wat zijn de twee types diarrhee?
Osmotische diarrhee tgv. slecht absorbeerbare componenten in lumen
- waterabsorptie daalt door osmotisch effect (laag volume)
- lactose intolerantie, dumping, laxantia
Secretoire diarrhee tgv. toegenomen secretie dd of inhibitie absorptie DD van water en elektrolieten
- Na en K verlies in faeces (hoog volume diarrhee)
- cholera, VIPoma