8 - Cryptografie Flashcards

1
Q

wat is cryptografie

A

een manier om gegevens over te dragen die niet leesbaar mogen zijn voor derden, alleen zender en ontvanger beschikken over juiste steutel om gegevens terug te zetten in originele vorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

encryptie

A

boodschap wordt omgezet in geheimschrift m.b.v. een sleutel, klare tekst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

decryptie

A

versleutelde bericht wordt teruggezet in originele boodschap m.b.v. een sleutel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

cryptoanalyse

A

cijfertekst proberen te ontcijferen, informatie beschikbaar krijgen, zonder sleutel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

substitutieversleuteling

A

versleuteling door aanwezige symbolen te vervangen door andere set symbolen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

transpositiecijfer

A

versleuteling door letters of teken van plaats te verwisselen met andere letters of tekens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

stegonagrafie

A

verbergen van informatie in onschuldig ogende objecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

handcijfer

A

vercijferingsmethodes die met de hand gedaan kunnen worden, pen-en-papiercodes, m.b.v. geheim sleutelwoord of zin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

symmetrische cryptografie + voordeel en nadeel

A

beide eindpunten zijn in bezit van dezelfde sleutel, sleutel wordt zowel voor encryptie als decryptie gebruikt, voordeel: snel uitvoeren, nadeel: hoe kan sleutel op veilige manier worden uitgewisseld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

asymmetrische cryptografie + voordeel en nadeel

A

geheime en publieke sleutel, voordeel: geheime sleutel hoeft niet uitgewisseld te worden, nadeel: rekentechnisch traag (computer nodig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe werkt asymmetrische cryptografie

A
  1. je maakt tegelijk publieke en geheime sleutel, 2. je publiceert publieke sleutel, 3. iemand versleuteld zijn bericht met publieke sleutel, 4. diegene verstuurt het bericht naar jou, 5. jij maakt gebruikt van geheime sleutel om bericht te ontcijferen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

twee cryptoanalyse methodes

A

brute force, frequentie analyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

brute force

A

elke bestaande sleutel proberen totdat je de juiste vindt, gebruiken als beperkt aantal sleutels beschikbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

frequentieanalyse

A

onderzoek naar frequentie van letters of groepen van letters in versleutelde tekst (gebruikt als hulpmiddel voor het breken van klassieke cryptografie), vereist basiskennis van eigenschappen van bepaalde taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

caesarcijfer

A

versleuteling door elke letter van de tekst te vervangen door vooraf vastgestelde rotatie of verschijving (bijv. rot3), in totaal 25 sleutels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

priemgetallen

A

getallen die alleen deelbaar (zonder rest) zijn door zichzelf en 1 (bijv. 11)

17
Q

trucjes voor priemgetallen

A
  1. even getallen zijn nooit priem, 2. getallen die eindigen op 5 of 0 zijn deelbaar door 5, 3. als je de cijfers van een getal bij elkaar optelt en dat resultaat is deelbaar door 3, is het hele getal deelbaar door 3
18
Q

ontbinden in factoren

A

een getal in zo klein mogelijke factoren ontbinden, die vermenigvuldigd weer het oorspronkelijke getal opleveren

19
Q

modulo

A

uitrekenen van het rest getal

20
Q

modulo uitrekenen

A

getallen delen, komma getal overhouden, komma getal vermenigvuldigen met modulo

21
Q

trucje voor modulo

A
  • xmod2 = 1 bij oneven getallen, 0 bij even getallen
22
Q

relatief priem andere termen

A

co priem, onderling deelbaar

23
Q

wat is relatief priem

A

geen positief geheel getal groter dan 1 dat beide getallen deelt

24
Q

hoe bereken je relatief priem

A

grootste gemene deler berekenen (ggd(a,b) = 1 als geen grotere deler dan 1)

25
Q

hoe noteer je ggd van 15 en 20

A

ggd(15,20) = 5

26
Q

algoritme van Euclides

A
  1. noem grootste getal m, andere n
  2. deel m door n, bereken rest = r
  3. r = 0, dan ggd = n
  4. niet? herhaal algoritme met n en r