8.1.1. De Pruikentijd Flashcards

1
Q

Hoe heet de tijd tussen 1700 en 1800

A

De tijd van pruiken en revoluties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kon je in de pruiken tijd zien wie er rijk was?

A

Het in die tijd mode om pruiken te dragen voor mannen, hoe groter de pruik hoe rijker je was. Sommige pruiken wogen wel 1 kilo.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De bevolking in Frankrijk was verdeeld in 3 groepen, hoe noem je die groepen? En welke waren het?

A

Groepen = standen
- de geestelijkheid
-de adel
- de rest - de burgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie moesten er in Frankrijk belasting betalen

A

Alleen de burgers.
Dat was hun plicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een monarchie

A

Een land met een koning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurde er doordat de burgers ( boeren en arbeiders) belasting moesten betalen.

A

Omdat alleen de burgers dat moesten betalen waren zij heel arm, ze hadden al niet veel en door die belasting nog minder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie was er in de pruiken tijd koning

A

Koning Lodewijk XVI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Steeds meer mensen klaagden over de macht van de koning maar hij trok zich er niets van aan, wat deed hij……

A

Hij verhoogde de belasting, want hij had geld nodig om oorlog te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ander woord voor veranderingen

A

revoluties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent Droit Divin

A

Vorsten geloofden dat God de macht aan hen gegeven had.
Het betekent goddelijk recht. De koning hoeft alleen maar verantwoording af te leggen aan God en aan niemand anders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly