9.4(bloem geslachtelijke voortplanting) Flashcards
Wat is er nodig voor de geslachtelijke voortplanting van zaadplanten.
Bloemen
Waaruit is een bloem opgebouwd?
- Kroonbladeren
- Meeldraden
- Stamper
- Kelkblad
- Bloemsteel
Waaruit is een meeldraad opgebouwd?
- Helmdraad
- Helmknop(daar in zitten stuifmeelkorrels
Waaruit is een stamper opgebouwd?
- Stempel
- Stijl
- Vruchtbeginsel(daar in zit zaat beginsel en daarin zit een eicel met celkern erin)
Wat is de functie van kroonbladeren?
Bij de meeste planten zijn kroonbladeren groot en opvallend gekleurd om insecten te lokken
Meestal zitten de kroonbladeren los van elkaar, wat is er gebeurd als ze vast zitten aan elkaar?
Dan zijn de kroonbladeren vergroeid
Wat is de functie van het bloemkelk met kelkbladeren?
Als de bloem nog in de knop zit, beschermt de bloemkelk de bloem tegen uitdroging en kou. Ook de kelkbladeren kunnen vergroeien.
Zijn meeldraden mannelijke voortplantingsorganen of vrouwelijke?
Meeldraden zijn mannelijke voortplantingsorganen omdat in de stuifmeelkorrels mannelijke zaadcellen bevatten.
Wat is een stuifmeelkorrel?
In de helmknop ontstaat stuifmeel, een stuifmeelkorrel is een mannelijke geslachtscel en is door meiose ontstaan
Wanneer springt de helmknop open?
Wanneer de stuifmeelkorrels rijp zijn, rijpe stuifmeelkorrels hebben een stevige wand die de korrels beschermt tegen onder andere uitdroging.
Wat is de vrouwlijke voortplantingsorgaan van een plant?
De stamper.
Hoe ontstaat een eicel?
In het vruchtbeginsel bevinden zich een of meer zaadbeginsels. In elk zaadbeginsel ontstaat door meiose een eicel
Hoe vind geslachtelijke voortplanting plaats?
Bij wordt gelokt door gekleurde kroon bladeren
1. Een bij gaat naar een bloem met meeldraden
2. De helmknop spring open en rijpe stuifmeelkorrels gaan op de bij.
3. De bij gaat naar een andere bloem met stamper
4. De stuifmeel komt op de stempel van de stamper.
5. Door de stijl groeit een stuifmeelbuis naar het vruchtbeginsel
6. Stuifmeelkorrels gaat naar elk eicel van de zaadbeginsels en wordt bevrucht.
7. Uit elk zaadbeginsel ontstaat na bevruchting een zaad.
8. Uit het vruchtbeginsel ontstaat dan een vrucht