ALG HC1 BS4 Flashcards

1
Q

welke 3 domeinen komen kijken bij thuiszorg

A
  1. wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
  2. zorgverzekeringswet (ZVW)
  3. wet langdurige zorg (WLZ)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat houdt de WMO in

A

Patiënten met beperking, chronische, psychische of psychosociale problemen die daardoor verminderd in staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen, het voere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat houdt de ZVW in

A

Patiënten met een behoefte aan medisch noodzakelijke geneeskundige zorg (of hoog risico op)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat houdt de WLZ in

A

Patiënten die levenslang op zorg zijn aangewezen en die een beschermende en veilige woonomgeving nodig hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

door wie wordt de zorg goed gekeurt bij WMO, ZVW en WLZ

A

gemeente, wet, CIZ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het verschil tussen zorg in natura en PGB

A

natura = kosten van zorg wordt bij zorgverzekering gezet
PGB = patiënt krijgt maandelijks zakje geld en bepaalt zelf hoe geld aan zorg wordt besteed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe ziet de normenkader bij indicatiestelling wijkverpleegkundigen

A
  1. indiceren en organiseren professionelee autonomie
  2. indiceren en organiseren van zorgt door HBO-V
  3. indiceren en organiseren op versterken eiegn regie/zelfredzaamheid
  4. besluitvorming vindt plaats op basis verpleegkundig proces
  5. verslaglegging volgens richtlijnen V&VN
  6. overdracht volgens richtlijnen V&VN
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke 4 fases bevat het verpleegkunidg proces, wat houden ze in

A
  1. diagnostische fase = vaststellen gezondheidsprobleem
  2. etiologische fase = oorzaken vinden
  3. prognostische fase = voorspellen verloop (zonder interventies)
  4. therapeutische fase = inzetten interventies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe verloopt het OMAHA proces

A
  1. lassificering domeinen
  2. classifering gebied
  3. classificering signalen en symptomen
  4. meting score kennis, gedrag en status
  5. bepaling streefscore
  6. selectie actie
  7. selectie actievlak
  8. specificatie actie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat houdt stap 1 in; classificering domein

A

binnen welke domeinen spelen de problemen af
= omgeving/psychosociaal/fysiologisch/gezondheid gerelateerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat houdt stap 2 in; classificering gebied

A
  • individu/leefeenheid/gemeenschap
  • actueel/potentieel/gezondheidsbevordering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is het verschil tussen signalen en symptomen

A

signalen: waarneembaar voor verpleegkundige
symptomen: signalen die door patiënt worden eraren en benoemd, maar niet zichtbaar zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat voor soort acties kunnen plaats vinden in stap 6

A
  1. adviseren, instrueren en begeleiden
  2. behandelen
  3. casemanagen
  4. monitoren, bewaken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly