algemene instructies Flashcards
ik hoor jullie niet
je ne vous entends pas
kan ik jullie helpen
je peux vous aider
wat zeggen jullie
qu’est-ce que vous dites
hebben jullie het niet begrepen
vous n’avez pas compris
wat begrijpen jullie niet
qu’est-ce que vous ne comprenez pas
weten jullie het niet
vous ne savez pas
aan het werk
au travail
wat is er
qu’est-ce qu’il y a
ik hoor je niet
je ne t’ entends pas
kan ik je helpen
je peux t’aider
wat zeg je
qu’est-ce que tu dis
het je het niet begrepen
tu n’as pas compris
wat begrijp je niet
qu’est-ce que tu ne comprends pas
weet je het niet
tu ne sais pas
wat gaat er niet
qu’ est-ce que qui ne va pas
is het juist
c’est correct
kom binnen ( 2)
entre / entrez
ga zitten ( 2)
assieds -toi, asseyez-vous
neem je/ jullie boek
prends ton livre/ prenez votre livre
schrijf in je schrift
ecris dans ton cahier
schrijf in jullie schrift
ecrivez dans votre cahier
kom aan bord ( 2)
viens au tableau/ venez au tableau
doe je agenda dicht
ferme ton journal de classe
doe jullie agenda dicht
fermez votre journal de classe
kijk goed (2)
regarde bien/ regardez bien
let op (2)
fais attention/ faites attention