Begrippen 1.1 t/m 1.6

Question 1

Benedenloop

Answer 1

Laatste deel van eens rivier, net voordat het water de zee instroomt

Question 2

Bovenloop

Answer 2

Het begin van de rivier, oftewel het bovenste deel dat meestal in de bergen stroomt

Question 3

Buitendijkse kant

Answer 3

Gebied buiten de dijk dat niet bescherm wordt tegen water

Question 4

Chemische verwering

Answer 4

Verwering waarbij de samenstelling van het gesteente verandert als gevolg van de werking door zuurstof en vocht

Question 5

Delta

Answer 5

Nieuw land in zee dat ontstaat door sedimentatie waar een rivier in zee uitmondt

Question 6

Duinen

Answer 6

Door de wind opgewaaide zandheuvels

Question 7

Erosie

Answer 7

De uitscheurende werking van stromend water, wind of ijs

Question 8

Fossielen

Answer 8

Versteende overblijfselen of afdrukken van planten en dieren

Question 9

Gemaal

Answer 9

Een pomp waarmee polders droog worden gepompt

Question 10

Gletsjers

Answer 10

IJsmassa’s in hooggebergten die langzaam naar beneden bewegen

Question 11

Graniet

Answer 11

Stollingsgesteente dat gekenmerkt wordt door vlekjes

Question 12

Grind

Answer 12

Door rivierwater afgeronde stenen

Question 13

Hooggebergte

Answer 13

Een gebied met een hoogte van 1500 meter of meer boven zeeniveau

Question 14

Jong gebergte

Answer 14

Een gebergte met veel reliëf en hoge toppen

Question 15

Kalksteen

Answer 15

Sedimentgesteente uit samengeperste schelpen

Question 16

Klei

Answer 16

Microscopisch kleine korreltjes die onstaan als gevolg van verwering

Question 17

Kunstmest

Answer 17

Mest uit de fabriek

Question 18

Laagvlakte

Answer 18

Vlak gebied met een hoogteligging onder de 500 meter

Question 19

Magma

Answer 19

Vloeibaar gesteente onder de grond

Question 20

Massabewegingen

Answer 20

Het langs een helling naar beneden bewegen van gesteente onder invloed van zwaartekracht

Question 21

Mechanische verwering

Answer 21

Verwering waarbij gesteente verbrokkelt zonder dat de samenstelling verandert

Question 22

Mest

Answer 22

Uitwerpselen van dieren die gebruikt worden om akkers vruchtbaar te maken

Question 23

Middenloop

Answer 23

Middelste deel van de rivier, tussen de boven- en benedenloop

Question 24

Oud gebergte

Answer 24

Een gebergte met weinig reliëf en lage toppen

Question 25

Polder

Answer 25

Stuk land, omgeven door dijken, waarin de waterstand wordt geregeld

Question 26

Sedimentatie

Answer 26

Proces waarbij korrels blijven liggen

Question 27

Schalie

Answer 27

Sedimentgesteente dat ontstaat door samengeperst klei

Question 28

Smeltwaterdal

Answer 28

Een dal in de stuwwal ontstaan door erosie en van smeltwater afkomstig van de ijstong

Question 29

Stollingsgesteente

Answer 29

Gesteente dat ontaat wanneer vloeibaar magma stolt

Question 30

Strand

Answer 30

De grens tussen land en water waar zand zich ophoopt

Question 31

Stroomgebied

Answer 31

Het gebied dat afwatert op een rivier en haar zijrivieren

Question 32

Stuwwallen

Answer 32

Heuvels die ontstaan door de werking van ijstongen op het land

Question 33

Terpen

Answer 33

Door de mens opgeworpen heuvels ter bescherming tegen overstromingen

Question 34

Veen

Answer 34

Grondsoort ontstaan door de opeenhoping van dode plantenresten in moerassen

Question 35

Verwering

Answer 35

Het verbrokkelen van gesteente onder invloed van het weer

Question 36

Wadden

Answer 36

De onbegroeide delen van de Waddenzee die twee keer per dag droogvallen

Question 37

Zand

Answer 37

De kleine korreltjes gesteente die nog met het blote oog te zien zijn en door verwering zijn ontstaan

Question 38

Zandbank

Answer 38

Ondiepe plaats in zee

Question 39

Zandsteen

Answer 39

Sedimentgesteente dat ontstaat uit samengeperst zand