begrippen biologie Flashcards

1
Q

soort

A

ondanks er verschillen zijn kunnen ze onderling vruchtbare nakomelingen krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

populatie

A

Een groep organismen van dezelfde soort die samen voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Variatie

A

verschillen binnen dezelfde soort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ras

A

binnen een soort kunnen kleine groepen worden gemaakt op basis van uiterlijke kenmerken, bouw en/of gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Binominale naam

A

Een soort krijgt een wetenschappelijke naam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Levensgemeenschap

A

is het geheel van allen levende organismen die een invloed hebben op elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Biotoop

A

Het ruime gebied waar een levensgemeenschap zich kan voortplanten en ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Habitat

A

verblijfplaats, ‘adres’ van een welbepaald soort individu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

biodiversiteit

A

een term om de rijkdom aan soorten in de natuur aan te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bio-indicatoren

A

organismen die helpen om de omgevingsfactoren en de gezondheid van een biotoop aan te geven. Je kan ze gebruiken om de biotische en abiotische factoren in de omgeving te bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly