Begrippen H1,8,9 Flashcards
Arbeidsproductiviteit
De productie per persoon, per tijdseenheid (per uur of per arbeidsjaar)
Deviezen / Vreemde valuta
Buitenlandse munten en internationale betaalmiddelen
Economische en monetaire unie (EMU)
De EMU is bedoeld om in de Europese unie een monetaire unie in te richten. De invoering van de euro hoort hierbij. In 1999 werd de EMU gerealiseerd. De EMU bestaat op dit moment uit 19 landen.
Europese Unie
Samenwerkingsverband op economisch gebied van 28 landen. Centraal staat: vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal.
Eurozone
De verzameling landen die de euro als munt hebben.
Internationale arbeidsverdeling
Het verschijnsel dat (bedrijven van) landen zich toeleggen op het produceren van goederen en diensten waar ze relatief goed in zijn of waar de voorwaarden om te produceren gunstig zijn.
Internationale concurrentiepositie
De concurrentiepositie van bedrijven in een land ten opzichte van het buitenland. De mate waarin producenten in een land kunnen concurreren met het buitenland.
Invoer(en) / import(eren)
Het kopen van goederen en diensten in het buitenland. Producten vanuit het buitenland naar Nederland brengen.
Loonkosten per product
De totale loonkosten gedeeld door het totaal aantal producten.
Toegevoegde waarde
De waarde die een bedrijf toevoegt aan de ingekochte grond-en hulpstoffen. Dit komt overeen met de waarde van wat het bedrijf zelf produceert.
Uitvoer / export
Het verkopen van goederen (of diensten) aan het buitenland. Producten vanuit Nederland naar het buitenland brengen.
Wederuitvoer
Goederen die geïmporteerd worden in Nederland en vervolgens weer worden geëxporteerd naar een derde land.
Wisselkoers
De prijs van een munt uitgedrukt in een andere munt.
Factoren waardoor producten goedkoper in het ene land kunnen worden gemaakt dan in het andere land:
- Natuurlijke omstandigheden ( Bv. Grondstoffen, klimaat en ruimte
- Loonkosten (loonkosten per product> de totale loonkosten:totaal aantal producten)
- Infrastructuur (Bv. Havens, wegen, spoorlijnen, luchthavens, snelle telecommunicatie)
- Historische omstandigheden (Bv. Landen die al eeuwen lang hun producten verbeteren)
Afspraken-> Economische en Monetaire Unie (EMU)
- Alle landen binnen de EMU betalen met dezelfde munteenheid (de euro)
- Overheidstekorten
- Maximale omvang staatsschuld
Aanbod van arbeid
Beroepsbevolking. Personen tussen de 15 jaar en de pensioengerechtigde leeftijd die willen en kunnen werken: zij bieden hun arbeid aan op de arbeidsmarkt. Bestaat uit de mensen in loondienst, de zelfstandige en de geregistreerde werklozen.
Beroepsbevolking
Personen tussen de 15 jaar en de pensioengerechtigde leeftijd die willen en kunnen werken: zij bieden hun arbeid aan op de arbeidsmarkt. Bestaat uit de mensen in loondienst, de zelfstandige en de geregistreerde werklozen.
Arbeidsjaar
Het aantal uren dat iemand met een volledige baan en een normaal arbeidscontract in een jaar werkt. Er gaan meerdere part-timerbanen in een arbeidsjaar.
Arbeidsproductiviteit
De productie per persoon per tijdseenheid (in een periode) (Bv. Per uur of arbeidsjaar)
Deelnemingspercentage
Het percentage dat aangeeft hoeveel procent van de bevolking van 15 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd 65 werkt of wil werken.
Participatiegraad
Het percentage dat aangeeft hoeveel procent van de bevolking van 15 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd 65 werkt of wil werken.
Vacatures
Openstaande arbeidsplaatsen waarvoor personeel wordt gezocht.
Vraag naar arbeid
De hoeveelheid arbeid die de werkgevers gezamenlijk willen kopen (= in dienst nemen). Bestaat uit werkgelegenheid en vacatures.
3 groepen aanbieders op de arbeidsmarkt:
- Zelfstandigen
- Mensen in loondienst
- De werklozen ( die werk zoeken )
Moeten werken of werk zoeken voor meer dan 12 uur per week.