Bloed deel 1 Flashcards
Wat wordt bedoeld met identificatiewaarde?
Wie is de betrokkene?
Wat wordt bedoeld met coordinatiewaarde?
Wat is er gebeurd?
Wat is het cardiovasculaire systeem?
Hart + Bloedvaten
Functie van bloed? (6)
- zuurstof transporteren.
- voedingsmiddelen transporteren naar weefsels (vitamines, mineralen, eiwitten en vetten).
- Afvoer van afvalstoffen.
- Regelt de temperatuur.
- Hormonen transport.
- Bescherming tegen infecties
Bloed bestaat uit? %
55% bloedplasma.
45% celmateriaal -> bloedcellen en bloedplaatjes.
Wat is serologie?
Onderzoek aan antistoffen of antigenen in bloedserum.
Wat is hematologie?
Onderzoek aan bloed.
Wat is forensische serologie?
Onderzoek aan bloed, speeksel en sperma.
Waaruit bestaat bloedplasma?
Het is een gele vloeistof;
- 91% water
- 7% eiwitten
- 2% elektrolyten, voedingstoffen en hormonen
Wat is bloedserum?
Bloed waar geen stollingseiwitten en cellen meer in zitten.
Wat voor bloedcellen zijn er en hun synoniem? (3)
Rode bloedcellen = Erytrocyten
Witte bloedcellen = Leukocyten
Bloedplaatjes = Trombocyten
Wat zijn eigenschappen van erytrocyten? (3)
- Meest voorkomende cellen in het bloed -> zorgt voor de rode kleur.
- Hebben geen celkern -> geen kern = geen DNA.
- Bevat hemoglobine.
Waaruit bestaat hemoglobine?
Uit 4 subeenheden; Alfa en Beta. Elke keten bevat een heemmolecuul dat een ijzermolecuul bevat.
Wat doet het ijzermolecuul in hemoglobine?
Bindt aan zuurstof = oxy (deoxy = geen zuurstof)
Wat is de functie van hemoglobine?
De transport van zuurstof en koolstofdioxide.