blok 6 Flashcards
1
Q
balanceren
A
zich in evenwicht houden
2
Q
consumeren
A
eten of drinken, nuttigen
3
Q
mega
A
zeer groot
4
Q
nuanceren
A
kleine verschillen aanbrengen
5
Q
specialiseren
A
zich richten op 1 onderwerp
6
Q
suggeren
A
iemand op andere gedachten brengen zonder het direct te zeggen
7
Q
articuleren
A
woorden duidelijk uitspreken
8
Q
auditief gehandicapt
A
slechthorend
9
Q
delicatesse
A
lekkernij
10
Q
kapitaal
A
zeer grote bedragen
11
Q
illegaal
A
verboden
12
Q
farmaceutisch bedrijf
A
bedrijf dat geneesmiddelen produceert
13
Q
vaccin
A
medicijn waarmee je ingeënt wordt
14
Q
generatie
A
groep personen van ongeveer dezelfde leeftijd
15
Q
actueel
A
dat op dit moment belangrijk is