C3 Flashcards

1
Q

Waarom noem atherosclerose ook wel slagaderverkalking?

A

Na verloop van tijd kan vetophoping verharden door opname calcium?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is atherosclerose?

A

Slagaderverkalking, er ontstaat een verdikking in vaatwand, waardoooor vaatwand vernauwd-> hart en vaatziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar wordt cholesterol geproduceerd?

A

Grootste deel wordt in lever geproduceerd, maar 10% van cholesterol in bloed is afkomstig van voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verschil LDL & HDL

A

LDL: slechte cholesterol, verhoogt kans op hart en vaatziekten
HDL: goede cholesterol, beschermt tegen hartenvaatziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ontstaat atherosclerose?

A
  • geoxideerde LDL
  • fatty streaks
  • fibrous cap
  • scheuren in plaque-> trombus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn fatty streaks

A

Ophoping schuimcellen en gladde spiercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is fibrose cap?

A

Verdikking bindweefselvormimg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn risico factoren van atherosclerose?

A
Roken 
Stofwisselingsstoornissen te hoge cholesterol
Hypertension 
Diabetes
Genetisch
Leeftijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe ontstaat Claudia intermittens?

A

Vernauwing/ afsluiting ader of slagader in been-> spieren weinig zuurstof -> verzuringen met als gevolg pijn in benen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Symptoms angina pectoris?

En oorzaaak?

A

Hartkramp, letterlijk pijn borst

Oorzaak is vernauwing in kransslagader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verschil stabiele en onstabiele angina pectoris ?

A

Stabiel: klachten nemen niet toe met de tijd
Onstabiel: klachten die plotseling ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de behandeling van angina pectoris?

A

Zuurstof tekort in myocard voorkomen
Bètablokker, ca- antagonisten-> bloeddrukverlagend-> hart heeft minder behoefte aan zuurstof
Aspirine ascal-> bloedplaatjeremmer
ACE remmer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt een acuute myocardinfarct veroorzaakt?

A

Wordt veroorzaakt door acute afsluiting kransslagader-> myocard krijgt zo geen zuurstof-> ov doorbloeding g -> ischemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn klachten bij een acuut myocardinfarct?

A

Misselijkheid, braken, algehele malaisa, transpireren, kortademigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een verminderde orgaanperfusie/ forward failure?

A

Organen krijgen minder bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe ontstaat littekenweefsel?

A

Door de afsluiting van achterliggende myocard ov bloed-> deel van de hartspier die geen bloed krijgt, sterft af-> dit afgevstorven hartspierweefsel wordt vervangen door littekenweefsel.
Littekenweefsel kan niet samenstrekken en prikkels geleiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Ander woord voor hartfalen?

A

Decompemsatio cordis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat gebeurt er bij hartfalen ?

A

Bij hartfalen is het hart, bij normale vullingsdrukken onvoldoende instaat om het lichaam van bloed te voorzien of bloed naar de longen te pompen.
Bij hartfalen hoopt het bloed op in de venen= veneuze stuwing/backward failure

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de meestvoorkomende oorzaak van hartfalen?

A

Ischemie= Onvoldoende doorbloeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Oorzaken hartfalen

A
Verlies spiermassa
Drukoverbelasting
Volumeoverbelasting
Instroombelemmering
Hartspierziekten
Harte ritme stoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is een forward failure?

A

De organen krijgen niet genoeg bloed toegevoerd

22
Q

Wat is een teken van forward failure?

A

Teken: nierfunctieverlies.

De nieren ontvangen veel bloed. Bij een slechte doorbloeding leidt dit al snel tot nierfunctie verlies

23
Q

Waarvoor wordt diuretica ingediend?

A

Ze vergroten de urineproductie door zouten uit te scheiden

24
Q

Waarom moeten patiënten vooraf een harttransplantatie naar de tandarts gaan?

A

Alle orale infectiehaarden (dentogene foci) moeten geëlimineerd worden, omdat deze door het gebruik van immunosuppressiva na transplantatie aanleiding zouden kunnen geven tot levensbedreigende infecties. Elementen met een twijfelachtige prognose moeten daarom geëxtraheerd worden.

25
Q

Definitie geleidingsstoornis

A

Bij geleidingsstoornissen is er sprake van afwijkingen in de prikkelvoortgeleiding over de hartspier.

26
Q

Definitie ritmestoornissen

A

afwijkingen in de frequentie/regelmaat van het hartritme.

27
Q

Wat is het verschil tussen supraventriculaire en ventriculaire ritmestoornis?

A

Bij supraventr. bevindt de stoornis zich in de takken vòòr de bundel van his & bij ventr. bevindt de stoornis zich in de takken na bundel van his

28
Q

Door wat wordt de functie van een sinusknoop overgenomen bij een sinusarrest?

A

Door een plek genaamd ectopisch focus: het geeft impulsen af en is trager dan de ritme van de sinusknoop

29
Q

Wat is het verschil tussen sinusbradycardie en sinustachycardie

A

Sinusbrad: Sinusknoop vertraagd, vaak bij sporter, oorzaak van syncope
Sinustach: sinusknoop versneld, vaak opgewekt bij emoties.

30
Q

Welke ritmestoornis komt het vaakst voor?

A

Supraventriculaire extrasystolie

31
Q

Welke medicatie krijgt een pt met boezemfibrilleren?

A

Antistollingstherapie

32
Q

Treedt ventrikelfibrilleren frequent op bij een acuut myocardinfarct?

A

Ja. Wanneer het ventrikelritme niet wordt hersteld, sterft de patiënt binnen enkele minuten. Ventrikelfibrilleren moet daarom direct met elektrische defibrillatie worden behandeld.

33
Q

Verschil tussen tachycardie en bradycardie?

A

Bij tachy is sprake van een snelle hartslag, waarbij de frequentie boven de 100 slagen per minuut ligt.
Bij brady is sprake van een lage hartslag, met een frequentie onder de 50 slagen per minuut.

34
Q

Wat is een extrasystolie?

A

Er is sprake van een voortijdig contractie, komt ook voor bij gezonde mensen.

35
Q

Wat voor soort ritmestoornis is escape?

A

er is sprake van een ectopisch impuls=impuls op een andere plaats dan
normaal na een langere pauze in het basisritme.

36
Q

Wat is gemiddelde hartslag bij een gezond persoon?

A

60/70 per minuut

37
Q

Door welke medicatiegebruik kan er gingivahyperplasie ontstaan?

A

nifedipine en fenytoïne

38
Q

Door welke medicatiegebruik kan er xerostomie ontstaan?

A

Disopyramide

39
Q

Wat is een circulatiestilstand?

A

Hartstilstand

Als de circulatiestilstand langer duurt dan enkele minuten, zo’n 4-6 minuten, treedt door zuurstofgebrek irreversibele=onomkeerbare hersenbeschadiging op. Zonder behandeling= pt dood

40
Q

Waarom is de term hartstilstand eigenlijk niet correct?

A

Het hart staat zelf niet stil, meestal fibrilleren de ventrikels. Het hart trilt door overmaat aan elektrische prikkels. Het bloed wordt niet meer rondgepompt, de circulatie staat dus stil.

41
Q

Wat is een aanvulling op het reanimeren tijdens een circulatiestilstand?

A

AED, Geeft elektrische shocks, doel= gestoorde hartritme stoppen

42
Q

Bij reanimeren worden afwisselend …. borstcompressies en …. beademingen gegeven

A

30 borst

2 adem

43
Q

Welke twee hartklep afwijkingen zijn er?

A

Klepinsufficiëntie ( teruglekkend bloed door slechte werking hartklep )

Klepstenose ( obstructie bloedstroom )

44
Q

Wat is een cva?

A

Vaak is er
sprake van een plotseling optredende halfzijdige
verlamming van arm en gelaat, met tegelijkertijd
stoornissen in spraak, taal en gezichtsvelden. De duur van de verschijnselen kan erg uiteenlopen: van kortdurend tot blijvend.

45
Q

Wanneer is er sprake van een TIA?

A

Wanneer de ziekteverschijnselen van een CVA binnen 24uur verdwijnen

46
Q

Wat zijn risicofactoren voor het ontstaan van een herseninfarct?

A
  • cardiale afwijkingen
  • anticonceptie
  • hypertensie
  • migraine
  • hyperlipidemie= hoge cholesterolgehalte
  • adipositas= obesitas
  • diabetes
  • roken
47
Q

Wat is de behandeling voor een herseninfarct?

A

Tromolyse. Kan binnen 4,5 uur na het
herseninfarct worden uitgevoerd. Bij trombolyse worden stolsel oplossende
medicijnen toegediend.
De nabehandeling van een TIA of klein herseninfarct
bestaat uit orale toediening van acetylsalicylzuur gedurende de rest van het
leven.
Deze behandeling verlaagt herhalingsrisico: secundaire preventie

48
Q

Wat zijn intracerebrale bloedingen en wat is de belangrijkste oorzaak?

A

intracerebrale= intaparenchymateuze bloedingen zijn bloedingen in het hersenweefsel
Oorzaak: hypertensie

49
Q

Wat is gevolg van hersenbloeding?

A
  • Er bloedingen optreden in hersentumor en en ze kunnen uitzaaien (metastasen)
  • Een bloeding in het hersenweefsel leidt tot een halfzijdige verlamming van de contralaterale=andere lichaamshelft
  • waterhoofd
50
Q

Wat is een waterhoofd?

A

Een hersenbloeding kan ook een obstructie van de liqourafvoer veroorzaken, waardoor er een hydrocefalus=waterhoofd ontstaat. Bij deze aandoening is er te veel hersenvocht aanwezig in de hersenkamers. Als dit gepaard gaat met druk op het cerebellum=kleine hersenen, kan er een ernstige coördinatiestoornis ontstaan gevolgd door bewustzijnsdaling.

51
Q

Zijn er ook bloedingen tussen het hersen weefsel? Zo ja, noem ze op

A
  • Subarachnoïdale bloeding
    treedt op binnen spinragvlies, de arachnoïdea.
    Oorzaak: aneurysma
    Kenmerken: plotseling hoofdpijn, misselijk, braken
  • Subduraal hematoom
    Veneuze bloeding tussen spinragvlies en harde hersenvlies
  • Acute epidurale hematoom
    arteriële bloeding na ernstig schedel- en hersentrauma, meestal bij jongere mensen.