Chapter 2 Flashcards

1
Q

Kenmerken Jagers&verzamelaars

A

< 8000 v.c
Self sufficient
Geringe arbeidsdeling
Trekken rond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kenmerken agrarische revolutie

A

8000 v.c. - 1850
Vaste woonplek
Surplus
Staatsvorming
Arbeidsdeling
Accumulatie van bezit
Ontstaan stratificatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kenmerken feodale verhoudingen

A

Eenzijdige machtsrelaties (boeren/landeigenaren)
Economisch en politieke macht zijn er niet
Niet in heel west Europa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Feodale stelsel

A

Verschillende klasse
Boeren en Elite
Gene aan de top meeste macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Opkomst kapitalisme

A

Vorming bourgeoisie +- 11e eeuw
Vorming van klasse arbeiders
Differentiatie tussen politieke en economische bindingen
Uitbreiding handels netwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Commercialisering

A

De ontwikkeling van het kapitalisme dus zowel staatsvorming als commercialisering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wereldsysteem

A

Mechanisering van de productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

1e industriële revolutie

A

+- 1750
Uitvinding stoommachines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

2e industriële revolutie

A

na 1850
uitvinding verbrandingsmotor
Opkomst chemische industrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

3e industriële revolutie

A

na 1940
toepassing kernfysica en microbiologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Maatschappelijke voorwaarden industrialisering

A

Nodige technische kennis
Voortdurende aanvoer van grote hoeveelheden grondstoffen veel arbeidskrachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Arbeidssplitsing

A

Verandering in de organisatie van productie
Bv fabriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kenmerken industriële maatschappij

A

Gemechaniseerde en grote productie
Uitgewerkte arbeidsdeling
Sterke centrale Bureaucratie
Grote betekenis onderwijs
Hoge graad verstedelijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Materialistisch standpunt

A

Verklaring zoeken economische processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

idealistisch standpunt

A

Verklaring zoeken in verandering in ideeën, kennis en cognitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Communisme

A

Productie middelen zijn grotendeels staatseigendommen de ondernemingen ontvangen rechtstreeks directieven van centrale planningsorganen

17
Q

Arbeidsverhoudingen op sociologisch onderzoek

A

1 Arbeidsorganisaties
2 Kansen op de arbeidsmarkt
3 Georganiseerde belangengroepen

18
Q

Taylor scientific managment

A

Arbeidstempo moest met behulp van regelmatige metingen zo hoog mogelijk opgevoerd

19
Q

fordisme

A

Ford auto fabriek
Lopende band werk

20
Q

Hawthorne studies

A

Door aandacht te geven aan werknemers, gaat de productiviteit omhoog

21
Q

Arbeidsmarkt

A

Afhankelijkheidsverhoudingen tussen werkgever en werknemer