Chapter 3 Flashcards
Voorwaarden primaire staatsvorming
Zekere bevolkingsdichtheid
Geografische omstandigheden
Intensieve vromen landbouw en vee
Secundaire staatsvorming
Staatvorming onder invloed van andere staten
Staatloze samenlevingen
Weinig gedifferentieerd en gestratificeerd
Minder afhankelijke elite
Kenmerken van een staat volgen Weber
Relatief duurzame politieke organisatie
Leiding (wie)
Uitvoeren van regels ondersteund door dwang en geweld
Functie van belasting-geweldsmonopolie
Onderdrukking, je moet aan regels houden
Gebruik van collectieve acties
Staatsbindingen
Duurzaam, onverbrekelijk, exclusief
Kenmerken bureaucratie
(Weber)
Bestuurshandelingen, schriftelijk vastgelegd
Verricht werk uit oefenen ambtstaken
Hiërarchische ordeningstaken
Ambtenaren -> deskundig
Bestuursmidellen/arbeidsplaat van de staat
Uitvoeren via vaste regels
3 verschillende typen gezag
Traditioneel -> de paus
Charismatisch -> Hitler
Rationeel legaal gezag -> rutte
Feodalisme
1200/1300
Landen in handen van vorsten
Dynastieke staten
1200 - 1800
Bevolkingsgroei
Concurrenten uitschakelen
3 varianten staatsvorming
Parlementair democratisch, bv stemrecht
Fascistisch, macht bij 1 persoon -> hitler
Communistisch, alles is van overheid
3 manieren modernisering staten
(volgens Moore)
Vroege kapitalisme + burgerlijke revolutie
Autoritaire hervorming van boven af
Revolutie van boeren en arbeiders
Welk jaar werd Nederland een koningkrijk
1815
Populisme
Maken van gebruik van ontevredenheid wakkeren dat aan, Wilders