Chapter 6: Lower Limb Flashcards
Waar bevindt het zwaartepunt als je rechtop staat?
Voor de rand van de SII in het bekken. Anterieur ten opzichte van het sacrum, anterior to the knee and ankle joints.
Geef de exacte locatie aan als je een verticale lijn naar beneden trekt vanuit de sacrale wervel II.
- Deze lijn ligt dan net achter het heupgewricht, net voor het kniegewricht en net voor het enkelgewricht (hierdoor is die in extensie).
- Posterieur ten opzichte van het heupgewricht, anterieur
ten opzichte van het knie- en enkelgewricht en door de
basis van de voet
Waar zorgen de organisatie van ligamenten en de vorm van de gewrichtsoppervlakken in heup en knie voor?
Die zorgen ervoor dat deze gewrichten op slot worden gehouden, waardoor minder spierkracht en dus minder energie nodig is om te blijven staan.
Wat is er nodig voor voortbeweging?
Integratie van alle gewrichten in de onderste extremiteit.
Welke bewegingen kunnen er plaats vinden in de heup?
flexie (anteflexie), extensie (retroflexie), abductie, adductie, mediale rotatie, laterale rotatie en circumductie.
Wat voor soort gewrichten zijn kniegewricht en enkelgewricht?
Scharniergewrichten
Welke bewegingen kunnen in de knie plaatsvinden? En enkel?
Knie: Flexie en extensie, en in flexie is er in het kniegewricht hele lichte rotatie mogelijk: rotatie
van het onderbeen ten opzichte van het bovenbeen (endo- en exorotatie) MAAR ALLEEN WANNEER HET GEBOGEN IS.
Enkel: Dorsaalflexie en plantairflexie (beweging van voorkant van voet omlaag)
Wat is de functie van de onderste extremiteiten?
- Voortbeweging
- Het lichaamsgewicht dragen met een minimaal energieverbruik
Wat moet je doen om minder spierkracht te gebruiken om te
blijven staan?
De combinatie van spieren en pezen in heup en
voornamelijk het kniegewricht, zorgen ervoor dat de knie
‘op slot’ kan. De ligamenten in de knie en heup zorgen
ervoor dat de gewrichten makkelijk ‘vergrendeld’ kunnen
worden, om zo goed te kunnen blijven staan en zo min
mogelijk spierkracht te gebruiken.
Wat gebeurd er om de fluctuatie van de gravity te voorkomen?
They include pelvic tilt in the coronal plane, pelvic rotation in the transverse plane, movement of the knees toward the midline, flexion of the knees, and complex interactions between the hip, knee, and ankle. As a result, during walking, the body’s center of gravity normally fluctuates only 5 cm in both vertical and lateral directions.
