College 1 Flashcards
Beschrijvende vraag
- Gericht op feitelijke details en beschrijving
- Hoe? Wie? Wat? Welke? Wanneer? Hoeveel?
Verklarende vraagstelling
- Gericht op oorzaken en verklarende factoren
- Waarom? Waardoor? Hoe komt het dat? Wat is de reden voor?
Voorspellende vraag
- Gericht op het voorspellen van effecten en gevolgen
- Tot welke … leidt …? Wat gebeurt er als gevolg van …?
Voorwaarden voor causale verbanden
- De oorzaak moet duidelijk voorafgaan in de tijd aan het gevolg
- Oorzaak en gevolg moeten duidelijk samenhangen
- De samenhang mag niet wegverklaard kunnen worden door een derde verschijnsel dat zowel oorzaak als gevolg bepaald
Voorwaarden hypothesen
- Is een stellige verwachting over een bepaald aspect van de sociale werkelijkheid
- Is zodanig geformuleerd dat deze op correctheid getoetst kan worden
- Richt zich op tenminste één, maar meestal op meerdere variabelen
Voorwaarden hypothesen met meerdere variabelen
- Beschrijft het type verband tussen variabele (verschil, samenhang etc)
- Beschrijft meestal de richting van het verband (positief, minder, hoger)
Confounding variable
verstorende variabele, die als je er geen rekening mee houdt, de indruk kan geven dat er een verband bestaat tussen de onderzochte variabelen
Stratificatie
Constant houden van mogelijke confounders in de te onderzoeken groepen (kan door randomisatie?
Statistische controle
confounders als controle variabelen opnemen in statistische analyse om de samenhang tussen x en y accurater te schatten
Nominaal
onderscheid
geslacht, afkomst
(Frequenties, verschillen tussen groepen)
Ordinaal
Ordening en onderscheid
opleidingsniveau, SES niveau
(Frequenties, verschillen tussen groepen)
Interval
Onderscheid, onderning en verschil
intelligentie, tijd en temperatuur
(Gemiddelde, relatie tussen variabelen)
Ratio
Onderscheid, ordening, verschil en verhouding
Leeftijd, gewicht, aantal kinderen
(gemiddelde, relaties tussen variabelen)