College A6 Flashcards

1
Q

Diversiteit van de Verlichting

A

Intensiteit en uitgebreidheid:
–Conservatieve Verlichting: enkel op wetenschap
–Radicale Verlichting: op alle gebieden van het
menselijke bestaan
* Nationaal karakter:
–Schotse Verlichting: Hume, Smith,
–Franse Verlichting: Diderot, D’Alembert
–Duitse Verlichting: Lessing, Mendelssohn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Pijlers van de Verlichting

A
  • Vrijheid (liberté)
  • Gelijkheid (egalité)
  • Broederschap (fraternité)
  • Verlichting nauw verbonden met de Franse
    Revolutie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Paradoxen van de Verlichting

A

De vraag naar de Verlichting is moeilijk:
Historisch-systematische complexiteit
*Ze confronteert ons:
– Met de complexiteit van een uniek tijdperk
– Met fundamentele filosofische problemen
– Met de paradoxen van de westerse wereld (toen en nu)
– Met de dringende problemen uit onze tijd
* Negatief: Actuele politieke, culturele en
economische crisis is ten slotte gebaseerd op
de idealen en principes van de Verlichting
* Positief: De filosofische omgang met Verlichting biedt ons toch een instrument om onze wereld kritisch te benaderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verlichting: Emancipatie

A
  • Verlichting is kennis die de mensen vrij maakt
  • Premisse: Er is een noodzakelijke verbinding tussen kennen en handelen
  • Kennis: Vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid
  • Kennis: Mens is onuitputtelijke mogelijkheid
  • Kennis: De sociale en natuur-wereld kan steeds beter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Strijd voor emancipatie

A
  • Emancipatie van:
    –Religieuze dogma’s
    –Theoretische dogma’s
    –Sociaal-culturele dogma’s
    –Wetenschappelijke luiheid
    –Bijgeloof
    –Traditie
  • Wie is het subject van de emancipatie?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Rare Identificatie

A
  • Mens = man (het mannelijke subject)
  • Politiek gebruik van synecdoche
  • Dus: hegemonie en niet universaliteit in het
    moderne discours over emancipatie en rechten
    van de mensheid
  • Maar de Verlichting heeft altijd tenminste twee
    gezichten: haar discours sluit vrouwen uit maar
    geeft vrouwen tools tegen de mannelijke
    opvatting van de Verlichting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De vrouw: probleem voor filosofen

A
  • Vrouwen verschijnen bij antieke en middeleeuwse filosofen als een hindernis om zuiver te denken of om terug naar God te keren
  • Moderne filosofen: bij vrouwen staan gevoelens altijd boven de rede en de particulariteit is voor vrouwen belangrijker dan universaliteit
  • Vrouwen kunnen niet abstract denken
  • Vrouwen kunnen niet filosoferen
  • De vrouw: probleem voor filosofen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vrouwen in de westerse filosofie

A
  • Thales: Blij en dankbaar dat hij niet als vrouw geboren is
  • Parmenides en Socrates: De waarheid komt van
    een vrouwelijke persoon (Godin, Diotima), maar …
  • Aristoteles: Vrouwen = Kinderen = Slaven
  • Augustinus: Vrouw is een hindernis om de wil van God wat zijn eigen roeping betreft, te realiseren
  • Fichte: Tijdschrift voor vrouwen, ze hebben mannen voor hun opvoeding nodig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

John Locke

A
  • Voor de rechten van de vrouwen
  • Moeder heeft ook rechten
  • Maar: “Mens” betekent vaak uitsluitend “man” bij Locke
  • Binnen het huwelijk is de man de autoriteit omdat de man meer capabel en sterker is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

David Hume

A
  • Tegen dogma’s, bijgeloof
  • Tegen tirannie binnen het huwelijk
  • Maar voor traditie en geloof
  • Vrouwen zijn zwakker en niet “wakker genoeg”: Een gentleman moet dan compassie, geduld, respect voor vrouwen hebben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Baruch de Spinoza (1732-1777)

A
  • Mensen = Dieren
  • Absoluut monisme
  • Radicaal egalitarisme
  • Maar: Vrouwen zijn geen politieke subjecten
  • Argument: Haar temperament, karakter en de geschiedenis!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Edmund Burke

A
  • M. Wollstonecraft reageert tegen zijn politieke en gender visie
  • Voor Burke zijn sociale gelijkheid en passiviteit van vrouwen niet contradictorisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verlichting tegen zichzelf

A
  • Het argument van Verlichtingsdiscoursen over vrouwenemancipatie, gelijkheid tussen vrouwen en mannen en vrouwenrechten kan samengevat worden als:
  • Indien wat u (mannen) zegt waar is,
    – Dan kan u ons niet meer discrimineren,
    – Dan kan u ons niet uitsluiten van de politiek,
    – Dan zijn wij allemaal gelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Mary Astell

A
  • 1666 – 1731
  • “The first English Feminist”
  • Filosofe, theologe en schrijfster
  • Een idealistische, platonische denker

Verlichtingsmotieven in haar denken:
* De rede als garantie van zekerheid
* Methode en vaste principes zijn het belangrijkste
* Cultuur en onderwijs: Middel voor emancipatie
* Emancipatie: Middel voor de realisering van gelijkheid, echte vrijheid en fraterniteit
* “Echt” omdat ze de wil van God volgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Mary Wollstonecraft

A
  • 1759 – 1797
  • Filosofe, schrijver
  • A Vindication of the Rights of Women (1792)
  • Een feministe vertaling van de Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Rationalistisch Feminisme

A
  • Schoonheid is geen deugd
  • Schoon kan ook de natuur zijn
  • Karakteristiek voor mensen is rationaliteit
  • Vrouwen moeten ook hun rationele vermogens cultiveren
  • Zo zullen ze het verdienen als gelijk erkend te worden