College B5 Flashcards

1
Q

Plato en zijn liefde voor Socrates

A
  • Plato’s herschrijving van het verleden in een tragische taal is resultaat van zijn liefde van Socrates
  • De tragedie die Plato schrijft is de verwezenlijking van Socrates’ liefde voor de wijsheid
  • We vergeten dat filosofie een soort van liefde is en dat wijsbegeerte een soort van begeerte
  • A. Badiou (1937): De filosoof blijft trouw aan het evenement
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De tragedie van Socrates

A
  • De tragedie transformeert de realiteit: Wat toeval lijkt is eigenlijk iets noodzakelijks (de realisering van het lot, van de wil van de goden)
  • Er is hier geen ruimte voor schuld, want er is geen ruimte voor vrijheid, iedereen volgt een plan dat door geen sterveling werd bepaald
  • Een tragische held is geen martelaar
  • Socrates is geen filosoof-martelaar!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Plato’s tragedie van Socrates

A
  • Eerst vier momenten of bedrijven:
    • Euthyphro
    • Apologie
    • Crito (agnitio)
    • Phaedo
  • Dan ook andere dialogen van de eerste periode van Plato vooral de Gorgias (en vooral de interventie van de sofist Callicles in deze dialoog)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Euthyphro en het dilemma

A
  • Euthyphro dilemma: ‘Bevalt het vrome de goden omdat het vroom is of is het vrome vroom omdat het de goden bevalt?’ (10a)
  • Maar dat is niet de kern van deze dialoog
  • Het punt is dat Euthyphro een ziener is, hij openbaart Socrates zijn toekomst
  • Maar Socrates is met andere dingen bezig
  • Socrates weet niet wat hij eigenlijk doet
  • Socrates kent zichzelf niet (hoewel hij denkt dat hij weet wie hij is en wat hij doet)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Crito

A
  • In deze dialoog vinden we het antwoord op het Euthyphro-dilemma: ‘Wel Crito, we hebben veel geluk. Het zij zo, als dit is wat de goden bevalt.’ (43d)
  • Euthyphro heeft gelijk: Wil van de goden staat boven objectiviteit
  • Cruciaal punt: Socrates’ ontmoeting met de Atheense en de goddelijke wetten
  • Socrates en Plato ontdekken de echte natuur van de democratie: De wortels van de Atheense democratie strekken zich uit tot aan de Hades
  • “vox populi, vox dei”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Heden en verleden

A

In de tragedie:
* Volgens Plato was de manier waarop Socrates ging sterven al besloten sinds het begin van zijn (filosofisch) leven.
* Het stond in de sterren geschreven
* Teleologie: Hoe construeert Plato een teleologisch verhaal
* Beseffen: ‘Niet huilen of klagen noch kwaad worden, maar slechts beseffen’.
* Niet bij de feiten blijven maar het concept, het begrip zoeken
* De vraag is: Wat is er eigenlijk gebeurd?

Nu:
* De waarheid van het verleden verschijnt in de toekomst van dit verleden, dat is: In het heden
* Het verleden is wezenlijk buiten-zichzelf
* De eigen waarheid in het andere
* Het zijn is in-een-ander-zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly