De mictie Flashcards
1
Q
Hoeveelheid
A
Minstens 1-3 ml/kg/uur
2
Q
consistentie
A
Naarmate een neonaat ouder wordt, zal hij meer in staat zijn om zijn urine te concentreren.
3
Q
Oligurie
A
Urineproductie van minder dan 1ml/kg/uur
4
Q
Anurie
A
Urineproductie van minder dan 1ml/kg/24uur
5
Q
Polyurie
A
Urineproductie overschrijft de vochtintake aanzienlijk.
6
Q
Geen krachtige mictiestraal (jongen)
A
Dit kan wijzen op congenitake urethrakleppen of paraphimosis. Beiden zijn zeer pijnlijk en dienen behandeld te worden.
7
Q
Nierafwijkingen of afwijkingen van de urinewegen
A
Deze zijn zelden van buitenaf te zien, maar enkele verschijnselen kunnen wijzen op pathologie. Namelijk geen/minder natte luiers, flinks persen tijdens het plassen, geen krachtig straaltje en voortdurend druppelen van urine.
